KM2 Theme 2 2

English
November 7th
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English
November 7th

Slide 1 - Slide

Planning
1. Check aims 
2. Bonfire Night
3. Grammar recap + speaking
4. Past Simple - irregular verbs 1 - 20 check
5. Quizlet Live

Slide 2 - Slide

Ik kan vragen beantwoorden na het kijken van een filmfragment
A
0%
B
25%
C
50%
D
75-100%

Slide 3 - Quiz

Ik kan werkwoorden in de verleden tijd zetten en gebruiken (Past Simple).
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 4 - Quiz

Ik kan bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden gebruiken in een zin
A
0%
B
25%
C
50%
D
75-100%

Slide 5 - Quiz

Bonfire Night

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden

  • beschrijft iets of iemand
  • VB: This is a big room
  • VB: That is a beautiful car. 

Bijwoorden

  • beschrijft hoe
  • VB: I quickly finished my homework
  • VB: He painted that car beautifully

Spellingsregels: textbook p. 25

Slide 7 - Slide

Speaking
Probeer het bijvoeglijk naamwoord of bijwoord te gebruiken, zonder dat de ander het doorheeft.

Slide 8 - Slide

Speaking
Zoek de betekenis van jouw woorden op als dat nodig is.
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden

  • beschrijft iets of iemand
  • VB: This is a big room
  • VB: That is a beautiful car. 

Bijwoorden

  • beschrijft hoe
  • VB: I quickly finished my homework
  • VB: He painted that car beautifully

Spellingsregels: textbook p. 25

Slide 10 - Slide

Speaking
Get started!
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Past Simple
Regular vs. irregular

Regelmatig vs. onregelmatig

Slide 12 - Slide

Check 1 - 20

Slide 13 - Slide

Regelmatige werkwoorden

- Werkwoorden die de basisregel volgen

ww + ed

Let op!
Stop - stopped
Study - studied

Onregelmatige werkwoorden

- Werkwoorden die geen regel volgen
- Leren, leren, leren...

Textbook p. 161

To become - became - become 

Slide 14 - Slide

1 - 10
to be
to beat
to become
To begin
To bet
To bite
To bleed
To blow
To break
To bring

Slide 15 - Slide

11 - 20
to build
to buy
to catch
To choose
To come
To cost
To cut
To dig
To do
To draw

Slide 16 - Slide

Choose
Alleen bijvoeglijke naamwoorden
Writing: Beschrijf je ideale slaapkamer
Gebruik 5 bijvoeglijke naamwoorden
Maak een plattegrond of zoek plaatjes erbij

Bijvoeglijke nmw.  vs. bijwoorden
Maak opdr. 13 & 14 (act. book p. 36/37)
Klaar? Onregelmatige werkwoorden
1. Werkblad
2. Quizlet of leren met het boek 
(textbook p. 161)

Done?
Maken: Test Yourself (act. book p. 24 - 27)
Leren: Onr. ww 1 t/m 10 (textbook p. 161)


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ik kan werkwoorden in de verleden tijd zetten en gebruiken (Past Simple).
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 19 - Quiz

Ik kan onregelmatige werkwoorden (1-20) in de verleden tijd zetten en gebruiken (Past Simple).
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 20 - Quiz

Ik weet het verschil tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
A
0%
B
25%
C
50%
D
75-100%

Slide 21 - Quiz