This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
www.nu.nl
Slide 5 - Link
Slide 6 - Slide
Leerdoelen
Je hebt inzicht gekregen in jouw denkproces aangaande de oefentoets
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het doel is van een rechtstaat
Je kunt twee soorten grondrechten onderscheiden
Slide 7 - Slide
Wat valt op?
Over het algemeen niet geleerd
Halve antwoorden
Nummering niet op orde
Slide 8 - Slide
Omdat ze dan allebei hun zin krijgen
Wie zijn ''ze'' en waarom is dat goed?
Het juiste antwoord:
Met een compromis, zorg je ervoor dat je meerdere partijen meekrijgt in het besluit. Je creëert daardoor meer draagvlak en dus steun.
Leg uit waarom politici voor de oplossing van maatschappelijke vraagstukken vaak kiezen voor een compromis in plaats van één partij volledig haar zin te geven.
Slide 9 - Slide
Omdat ze in kleine dorpen meer begrip voor elkaar hebben. Dat wordt ook wel sociale cohesie genoemd.
Er is meer sociale controle in een klein dorp. Mensen kennen elkaar beter en de gevolgen van hun daden zijn vaak duidelijker. Hierdoor voelen de dorpelingen zich verbonden met elkaar: sociale cohesie
6. In een klein dorp zijn mensen meer geneigd zich aan de geldende normen te houden (zoals ‘je mag niet stelen’) dan in een grote stad. Beredeneer hoe dat komt. Gebruik in je antwoord het begrip ‘sociale cohesie’
Slide 10 - Slide
worldjusticeproject.org
Slide 11 - Link
Het doel van de rechtsstaat
1. Bescherming burger
2. Gelijke behandeling
3. In vrijheid kunnen leven
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
De grondwet
Document waarin staat wat de grondrechten zijn en hoe de staat is ingericht. De grondwet:
Begrenst de macht van de staat.
Legt fundamentele rechten van burgers vast.
Geeft aan hoe de machtsorganen van de staat zijn georganiseerd.
Drukt de eenheid van de natie uit.
Slide 15 - Slide
Grondrechten
In hoofdstuk 1 van de Grondwet staan de grondrechten: Basisrechten voor een menswaardig leven. Met andere woorden: een staat die geschikt is om in te leven als mens.
Voorbeelden van grondrechten zijn:
Vrijheid van meningsuiting;
Recht op privacy;
Kiesrecht;
Recht op gelijke behandeling.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
www.mrchadd.nl
Slide 19 - Link
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
www.mrchadd.nl
Slide 23 - Link
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Leerdoelen
Je hebt inzicht gekregen in jouw denkproces aangaande de oefentoets
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het doel is van een rechtstaat