B1M3 - Het bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Het bijvoeglijk naamwoord

B1M3

Zoek het bijvoeglijk naamwoord:
De landen werken samen om de grote problemen op te lossen.

1. Werken
2. Problemen
3. Grote
4. Het

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
"Ook arme mensen kwamen naar de waarzegster luisteren."

1. arme
2. mensen
3. kwamen
4. waarzegster

Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets meer over een werkwoord.

1. JUIST
2. FOUT

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
"Ze vroegen haar om hulp bij belangrijke en moeilijke beslissingen."

1. vroegen
2. moeilijke + belangrijke
3. beslissingen
4. belangrijke + vroegen

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?

1. achter het zelfstandig naamwoord
2. voor het zelfstandig naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord geef extra uitleg over

1. een lidwoord
2. een werkwoord
3. een bijwoord
4. een zelfstandig naamwoord

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
Lien had haar nieuwe bril verloren in de klas.

1. Verloren
2. Klas
3. De
4. Nieuwe

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
"In het oude Delphi stond een mooie tempel."

1. oude + mooie
2. stond + mooie
3. mooie + Delphi
4. Delphi

Hoeveel bijvoeglijke naamwoorden?
De grote, ondeugende kat sprong sierlijk op de hoge kast.

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.

1. auto is bijvoeglijk naamwoord
2. Jan is bijvoeglijk naamwoord
3. nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

Geeft een bijvoeglijk naamwoord extra informatie over het zelfstandig naamwoord?

Bijvoorbeeld: de OUDE man

1. Ja
2. Nee
3. Soms

Oefenen maar!

• B1M3 p. 9 oef. 4 (klassikaal)
• B1M3 p. 9 oef. 5 (individueel)
• B1M3 REM05 (per 2)
• Bookwidget (zie Google Classroom) (individueel)