Barbaars of beschaafd?

Barbaars of beschaafd?
In deze lessonup staan bronteksten van Romeinse schrijvers. Ze gaan over het contact tussen
Romeinen en Germaanse stammen. 

Lees de bronteksten goed door en vraag je af:
  • Hoe denken de Romeinse schrijvers over de Germanen en andere volken?
  • Hoe barbaars of beschaafd vinden de Romeinen de andere volken?
  • Hebben de Romeinen bewondering of minachting voor de andere volken?

Schrijf vervolgens de letter van de bron in het waardenkwadrant. Beargumenteer van elke brontekst waarom je deze op een bepaalde plaats in het waardenkwadrant hebt gezet. Gebruik daarbij een citaat uit de bron bron. (uitgedeelde blaadje) 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Barbaars of beschaafd?
In deze lessonup staan bronteksten van Romeinse schrijvers. Ze gaan over het contact tussen
Romeinen en Germaanse stammen. 

Lees de bronteksten goed door en vraag je af:
  • Hoe denken de Romeinse schrijvers over de Germanen en andere volken?
  • Hoe barbaars of beschaafd vinden de Romeinen de andere volken?
  • Hebben de Romeinen bewondering of minachting voor de andere volken?

Schrijf vervolgens de letter van de bron in het waardenkwadrant. Beargumenteer van elke brontekst waarom je deze op een bepaalde plaats in het waardenkwadrant hebt gezet. Gebruik daarbij een citaat uit de bron bron. (uitgedeelde blaadje) 

Slide 1 - Slide

Bron A
Over de Belgen
Gallië bestaat uit drie delen, waarvan de Belgen er één bewonen, de Aquitaniërs een ander,
en het derde het volk dat in hun eigen taal ‘Kelten’ genoemd worden en in onze taal Galliërs
(…) Van al deze volken zijn de Belgen het dapperst, en wel doordat ze het verst verwijderd
zijn van de Romeinse Provincie met haar verfijnde levenswijze. Bij hen komen het minst vaak
handelaren om goederen te brengen die tot slapheid leiden. En ze zitten het dichtst bij de
Germanen, die aan de andere kant van de Rijn wonen. Met hen zijn ze in voortdurende staat
van oorlog.

Slide 2 - Slide

Bron B
Over de Chauken
We hebben besproken dat er in ieder geval in het Oosten verschillende volkeren langs de kust wonen, die het zonder bomen en struiken moeten stellen. Maar ook in het Noorden hebben we zulke volken gezien, te weten de Chauken. Twee keer per etmaal komt de oceaan daar met geweldige watermassa’s over een onmetelijke afstand opzetten (eb en vloed) en bedekt er de natuur waarvan het onduidelijk is of die bij het vasteland hoort of deel uitmaakt van de zee. Daar bewoont dat arme volk hoge
terpen, die ze eigenhandig hebben opgeworpen tot de hoogste waterstand die ze hebben meegemaakt. Met hun hutten, die ze erop hebben gebouwd, lijken ze wel zeelieden en ze jagen rondom hun hutten op vissen die met de zee meevluchten. Ze kunnen geen vee houden en zich zo als de naburige volken met melk voeden (…) Van riet en moerasbies vlechten
ze touw om visnetten van te knopen. Met de hand verzamelen ze slijk dat ze, meer door de
wind dan door de zon, laten drogen tot turf en daarmee verwarmen ze hun voedsel en hun
door de noordenwind verkleumde lichamen. Ze drinken uitsluitend regenwater (…) En deze
volkeren spreken van slavernij als ze vandaag de dag door het Romeinse volk overwonnen
worden! Zo gaat het inderdaad: het lot laat veel mensen in leven om ze te straffen.

Slide 3 - Slide

Bron C
Over de Nerviërs
Toen Caesar informeerde naar het karakter en de gewoonten van de Nerviërs, kwam hij het
volgende te weten. Kooplui hadden geen toegang tot deze stam. Invoer van wijn en andere
luxegoederen stonden ze niet toe, want daardoor, dachten ze, zou hun moed verslappen en
hun krijgslust verminderen. Het was een woest volk, dat niets moest hebben van de andere
Belgen. Die hadden zich, in de ogen van de Nerviërs, ‘uitgeleverd aan de Romeinen’ en
hadden hun oude krijgskunsten laten varen. Zelf zouden de Nerviërs zeker geen afgezanten
naar Caesar sturen en geen enkel vredesvoorstel accepteren.

Slide 4 - Slide

Bron D
Over de Bataven
De Bataven, die van al deze volken het meest opvallen door hun moed, bewonen geen groot
stuk van de oever, maar wel een eiland in de Rijn. Ooit maakten ze deel uit van de Chatten,
maar na een interne ruzie trokken ze verder naar deze woonplaats, waar ze deel uitmaken
van het Romeinse Rijk. Zij hebben nog steeds de eer en onderscheiding van een oud bondgenootschap, want ze worden niet vernederd met de plicht belasting te betalen, en geen
belastingophaler perst ze uit. Vrij van belastingafdrachten als ze zijn, zijn ze voorbestemd voor
de strijd, alsof ze wapens en harnassen zijn die voor de oorlog worden gereserveerd.

Slide 5 - Slide

Bron E
Over de Cherusken en de ‘Varusslag’ in het Teutoburgerwoud, 9 na Chr.
De mensen zijn daar echter – bij al hun barbaarsheid – uiterst sluw en geboren leugenaars.
Ze voerden de ene rechtszaak na de andere. Wat zij tot dan toe volgens hun gewoonte
met wapengeweld uitvochten, werd nu door de Romeinse wet bijgelegd. Daardoor voelde
Varus zich eerder een rechter op het Romeinse forum dan een legeraanvoerder in het hart
van Germanië. Er was toen een jonge man uit een vooraanstaand Germaans geslacht, die
bekwaam was in het gevecht en snel kon denken, meer dan bij de barbaren gewoonlijk was.
Hij heette Arminius en had tijdens de laatste veldtocht steeds aan onze kant gevochten. Hij
had met het Romeinse burgerrecht ook de rang van een Romeinse ridder verworven.
Het dapperste leger van allemaal, het beste van de Romeinse troepen wat discipline en
dapperheid betreft, werd zo in een hinderlaag gevangen. Het half verkoolde lijk van Varus
scheurden de vijanden in hun wreedheid in stukken. Ze onthoofden het lijk en zonden het
hoofd aan Augustus. Diens vertwijfeling was zo groot, dat hij maandenlang haren en baard
liet groeien en met zijn hoofd tegen de deur bonsde: onder de uitroep ‘Varus, geef mij mijn
legioenen terug!’

Slide 6 - Slide

Bron F
Over de Friezen, n.a.v. een bezoek aan Rome, 59 na Chr.
Zo begaven zij zich naar Rome en de Romeinen wilden de barbaren doordringen van de
macht van het Romeinse volk. Zo bezochten zij, in de tijd dat zij moesten wachten op keizer
Nero, het theater. Tijdens de voorstelling, waarvan ze niets begrepen, informeerden zij naar
het publiek in het theater: naar de ridderstand en waar de senaat was gezeten. Toen zagen
ze personen in buitenlandse klederdracht op de zitbanken van de senatoren. Toen die op
hun vraag ‘Wie zijn jullie?’ ten antwoord kregen, dat zij daar mochten zitten als eer voor hun
moed en hun vriendschap voor de Romeinen, riepen de Friezen uit ‘dat niemand vóór de
Germanen kwam in dapperheid en trouw’. Ze liepen naar beneden en namen plaats te midden van de senatoren.

Slide 7 - Slide

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het begrip barbaar vanuit Romeins
perspectief. Verwerk in je omschrijving twee positieve en twee negatieve kenmerken.

Slide 8 - Open question

Iemand bewonderen zegt iets over wat je zelf belangrijk vindt. Welke waarden waren
voor de Romeinen klaarblijkelijk belangrijk in de Romeinse samenleving? Geef hiervoor
een verklaring.

Slide 9 - Open question

Met behulp van de bronnen kun je vaststellen dat de romanisering succesvol was. Toon dit aan met behulp van een argument uit een bron.

Slide 10 - Open question

Julius Caesar schreef een boek (bron A en C) over zijn strijd tijdens de oorlog in Gallië omdat hij van plan was zich te laten kiezen tot consul, de hoogste bestuurder in Rome in die tijd. Deze bedoeling van Caesar maakt hem een minder betrouwbare bron voor de oorlog in Gallië. Leg dit uit.

Slide 11 - Open question

Uit bron A en C zou je kunnen afleiden dat de romanisering weinig succes had. Leg uit
dat deze stelling niet juist is.

Slide 12 - Open question