4.2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 4.2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 160.

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- weet je op welke 5 manieren de spanning in een verhaal wordt opgebouwd. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 2 t/m 5 op blz. 160 t/m 161.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Hoe zorgt een schrijver voor spanning in het verhaal

1. Vreemde personages bedenken
2. Informatie weglaten voor de lezer
3. onbetrouwbaar perspectief
4. tijdvertragingen

Als een verhaal afgebroken wordt op een heel spannend stuk, noemen we dit een?

Welk van deze voorbeelden kunnen zorgen voor spanning in een verhaal?

1. Het avondeten
2. De weersomstandigheden
3. De omgeving
4. De historische tijd

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 2 t/m 5 op blz. 160 t/m 161.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 2 t/m 5 op 

blz. 160 t/m 161. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 2.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 4.2, blz. 160 t/m 161, opdr. 2 t/m 5 --> Niemand

B: les 4.2, blz. 160 t/m 161, opdr. 2 t/m 5 --> namen lln

I: les 4.2, blz. 160 t/m 161, opdr. 2 t/m 5 --> namen lln 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Om een verhaal spannend te maken is de hoofdpersoon meestal in gevaar

1. waar
2. niet waar

Spanning in een verhaal, dan kan het zich ook op saaie plekken afspelen

1. waar
2. niet waar

Spanning in een verhaal....... er is vaak een....

1. Nieuwtje
2. Raadsel/geheim

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

4.2 opdracht 2 t/m 5

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................