2. Ik weet wanneer ik welke strategie toe moet passen.
Slide 3 - Slide
Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?
Slide 4 - Slide
Oefentoets
Maak de oefentoets in stilte.
Klaar? Numo
timer
30:00
Slide 5 - Slide
Woordraadstrategieën
1. Een synoniem zoeken.
2. Een omschrijving zoeken.
3. Een voorbeeld zoeken.
4. Een tegenstelling zoeken.
5. Een bekend woorddeel zoeken.
Slide 6 - Slide
Synoniem zoeken
Een synoniem zoeken.
(Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis)
Kijk in dezelfde zin of de zin ervoor of erna.
Jantje was op vakantie heel erg blij. Hij was zo vrolijk omdat hij naar Frankrijk ging.
Slide 7 - Slide
Omschrijving zoeken
Een omschrijving zoeken.
(Een omschrijving is een verdere uitleg van wat erin de tekst wordt bedoeld)
Omschrijvingen kun je vaak vinden tussen haakjes of tussen komma's.
Jantje heeft in Frankrijk veel akkerbouw, een vorm van landbouw, gezien.
Slide 8 - Slide
Voorbeeld zoeken
Een voorbeeld zoeken.
Er komt vaak een voorbeeld na de woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Of voorbeelden staan na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma's.
Tegenwoordig maakt iedereen gebruik van apps, zoals Snapchat en Instagram.
Slide 9 - Slide
Een tegenstelling zoeken
Een tegenstelling is een ander woord dat precies het tegenovergestelde betekent.
Let in de tekst op de woorden maar, echter, toch, daarentegen.
Overdag vind ik de zon fijn, maar als het 's nachts regent, vind ik dat niet erg.
Slide 10 - Slide
Een bekend woorddeel zoeken
Deze strategie kun je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden, bij woorden met een voorvoegsel en bij woorden met een achtervoegsel.
Slide 11 - Slide
Alinea's
Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.
Slide 12 - Slide
Alinea's herkennen
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
Inspringen: de eerste regel van een alinea begint met een stukje wit.
Witregel: er wordt een hele regel overgeslagen tussen twee alinea's.
Slide 13 - Slide
Kernzinnen
De belangrijkste informatie van een alinea staat in de kernzin.
Vaak;
- De eerste zin of
- De tweede zin of
- De laatste zin.
Slide 14 - Slide
Bespreken
We bespreken klassikaal de oefentoets.
Vragen? Steek je vinger op
Slide 15 - Slide
Numo
kalsbeekcollege
Jouw studentencode als inlog en wachtwoord!
timer
15:00
Slide 16 - Slide
Lesdoelen
1. Ik weet wat de 5 woordraadstrategieën zijn.
2. Ik weet wanneer ik welke strategie toe moet passen.