MAVO 3 H7p4 - Atomen als bouwstenen

Even herhalen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Even herhalen

Slide 1 - Slide

Vast
(IJS)
Vloeistof(WATER)
Gas
(WATERDAMP)
smelten
stollen
verdampen
condenseren
sublimeren
rijpen

Slide 2 - Slide

Sublimeren is..?
A
Vloeistof naar Gas
B
Vast naar Gas
C
Gas naar Vloeistof
D
Vloeistof naar Gas

Slide 3 - Quiz

Faseveranderingen 1 en 4 zijn
A
verdampen en stollen
B
condenseren en vervluchtigen=sublimeren
C
stollen en sublimeren
D
condenseren en stollen

Slide 4 - Quiz


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 5 - Quiz

Dichtheid: waarom niet elke stof even zwaar is
  • dichtheid = het aantal gram van 1 cm³ van een stof
  • verschillende moleculen hebben verschillende massa's
  • dichtheid is dus een stofeigenschap (binas tabel 15-17)
  • moleculen hebben massa maar de tussenruimte in moleculen niet!!
  • hoe dichter moleculen op elkaar zitten des te groter de dichtheid

                 
m3kg=m3kg
woordformule: 


symbolen:

eenheden: 
 rho aluminium = 2,7 g/cm        rho goud is 19,3 g/cm3 

Slide 6 - Slide

Stofeigenschappen:

  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water
  • Dichtheid 

Geen stofeigenschappen:

  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 7 - Slide

Gevaarlijke stoffen
Gevarensymbolen en veiligheidspictogrammen

Binas tabel 31 & 39

Slide 8 - Slide


Grafieken 
tekenen

Slide 9 - Slide

Vraag 
 Bekijk je grafiek, wat is het kookpunt van de stof? 
Je ziet dat de temperatuur blijft 'hangen' op 78°C.
ofwel, het kookpunt is 78°C

Slide 10 - Slide

Natuurkunde of scheikunde?
Scheikunde gaat over onomkeerbare veranderingen (bijvoorbeeld een chemische reactie)

Natuurkunde gaat over omkeerbare veranderingen (bijvoorbeeld fase overgangen)

Slide 11 - Slide

Graden celsius naar Kelvin



0 graden Celsius is 273 Kelvin
0 Kelvin is -273 graden Celsius

Slide 12 - Slide

In welke fase bevindt 'ijzer' zich met een temperatuur van 1230 K
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar
D
Plasma

Slide 13 - Quiz

Mengsel/zuivere stof
Zuivere stof
Eén soort moleculen
Mengsel
Twee of meer soorten moleculen

Mengsels kun je scheiden

Slide 14 - Slide

Zuivere stof vs mengsel

Slide 15 - Slide

Mengsels scheiden
Bezinken en afschenken
( Suspensie en Emulsie)
Filtreren
(suspensie)
Indampen
Adsorberen
( oplossing)

Slide 16 - Slide


emulsie  

oplossing    

nevel


rook : 

suspensie: 


schuim

druppeltjes van de ene vloeistof zwevend
in een andere vloeistof

losse moleculen van de ene stof in een vloeistof


druppels vloeistof in een gas



vaste deeltjes stof in een gas


groepjes moleculen van een vaste stof zwevend
in een vloeistof


belletjes gas in een vloeistof

Slide 17 - Slide

Atomen als bouwstenen

Hoofdstuk 7
paragraaf 4

Slide 18 - Slide

Atomen
In het begin van de 19de eeuw dacht men dat atomen de kleinste deeltjes waren. 

... Maar dit is niet zo ...

 Atomen bestaan weer uit nog kleinere deeltjes, namelijk protonen, elektronen en neutronen. 

Slide 19 - Slide

Moleculen
Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van die stof bezit.

Een molecuul is opgebouwd uit atomen.


vergelijk: alfabet / woorden

Slide 20 - Slide

Atoommodel van Rutherford
    Atoommodel van Rutherford

Slide 21 - Slide

Opbouw van een atoom
  u  =  10-27 kg
Protonen:    in de kern
      lading : positief +                  massa : 1 u
      aantal:  gelijk aan atoomnummer

Elektronen:  in baan om de kern  
      lading : negatief -                 massa : “geen”
      aantal : gelijk aanatoomnummer

Neutronen:  in de kern     
      lading : geen                          massa : 1 u
      aantal  : massagetal – atoomnummer

Slide 22 - Slide

Voorbeeld:   Loodatoom
Massagetal           207
                                       Pb
Atoomnummer    82


Aantal protonen:     82
Aantal elektronen:  82
Aantal neutronen:   207- 82 = 125

Slide 23 - Slide

Opdracht 1

Teken een C-12 atoom

(Het atoomnummer van koolstof is 6)

Slide 24 - Slide

Opdracht 2

Teken een C-14 atoom

(Het atoomnummer van koolstof is 6)

Slide 25 - Slide

Isotopen

C-12 en C-14 zijn beide koolstofatomen,
 maar C-14 heeft 2 neutronen méér dan C-12

Slide 26 - Slide

Isotopen

Dit zijn atomen van dezelfde soort maar met een 
andere atoommassa
hetzelfde atoomnummer (evenveel protonen),
ander
massagetal (ander aantal neutronen).



Slide 27 - Slide

Uitleg halfwaardetijd

Slide 28 - Slide

Halveringstijd

De kernen van een radioactief isotoop veranderen dus steeds. Hoe snel dit gebeurd wordt aangegeven in de halveringstijd.


Dus een halveringstijd van 1 dag houdt in:

0 dagen - 300 Bq - 100%

1 dag - 150 Bq - 50% 

2 dagen - 75 Bq - 25%


Slide 29 - Slide

De halveringstijd van radioactief Jodium is 6 uur. Hoeveel procent is er nog over na 18 uur?
A
0 %
B
25 %
C
12,5 %
D
6,25 %

Slide 30 - Quiz

Een onstabiele stof heeft een halveringstijd van 3 uur.
Je hebt aan het begin 20 onstabiele kernen van die stof. Hoeveel kernen kunnen er na 3 uur nog onstabiel zijn?
A
20
B
10
C
5
D
1

Slide 31 - Quiz

voorbeeldsom halfwaardetijd
De halfwaardetijd van jodium-131 is 8 dagen. 
Hoe groot (percentage) is de activiteit na 32 dagen?


Slide 32 - Slide

voorbeeldsom halfwaardetijd
verstreken tijd = 24 dagen
halfwaarde tijd = 8 dagen
activiteit tijdstip 0 dagen = 100%
(aantal keer de halfwaarde tijd = 32 / 8 = 4x)




Slide 33 - Slide

(na 0dagen = 100%)
1 keer halfwaarde tijd verstreken = 8 dagen = 50%

2 keer halfwaarde tijd verstreken = na 16 dagen = 25%

3 keer halfwaarde tijd verstreken = na 24 dagen = 12,5%

4 keer halfwaarde tijd verstreken = na 32 dagen = 6,25%



Slide 34 - Slide

De halfwaardetijd van bismut is 5 dagen. Hoeveel procent van het bismut is er nog over na 30 dagen?
A
12,5%
B
6,25%
C
3,125%
D
1,5625%

Slide 35 - Quiz