This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat is de centrale eenheid van energie?
A
E
B
energie
C
Joule
D
Volt
Slide 1 - Quiz
Deze twee maken lopen samen een wandeling. Beiden lopen 6 km/h. Ze zijn niet allebei even zwaar. De linker heeft een massa van 60 kg en de andere van 55 kg. Ze hebben daardoor niet dezelfde energie.
Hoe heet de energiesoort die de twee jongens heeft tijdens het lopen?
Slide 2 - Open question
Deze twee maken lopen samen een wandeling. Beiden lopen 6 km/h. Ze zijn niet allebei even zwaar. De linker heeft een massa van 60 kg en de andere van 55 kg. Ze hebben daardoor niet dezelfde energie.
Wie heeft er meer van deze energiesoort?
De persoon die een massa van _______ kg heeft.
Slide 3 - Open question
Sleep de juiste antwoorden naar de som.
a. 25 kg = dag
b. 750 m = mm
c. 550 L = dm3
d. 3232 cV = kV
Er blijven antwoorden over!
550
0,750
75 000
550 000
3,232
250
0,3232
323 000
750 000
2500
Slide 4 - Drag question
Sleep de juiste antwoorden naar de som.
a. 320 daJ = cJ
b. 8,42 hJ = J
c. 91 mJ = dJ
d. 581 J = kJ
Er blijven antwoorden over!
0,0091
0,91
842
0,581
32 000
8420
581 000
84,2
320 000
0,320
Slide 5 - Drag question
Sleep de juiste antwoorden naar de som.
a. 5 h = min
b. 2,5 ha = a
c. 3,4 a = h
d. 0,002 ka= wk
Er blijven antwoorden over!
250
2500
104
300
0,0025
0,083
20 683
104 000
29 784
10,4
Slide 6 - Drag question
11,574 d = .... s
Geef je antwoord als een heel getal
Slide 7 - Open question
Als je op het Ichthus College de havo doet, zit je in totaal
2,74 jaar op school.
Schrijf 2,74 jaar op in … a … d … h … min (duidelijke tijd).
Slide 8 - Open question
Welke energiesoort gebruikt je laptop?
A
Chemische energie
B
Bewegingsenergie
C
Stralingsenergie
D
Elektrische energie
Slide 9 - Quiz
Welke energie omzetting vind er in de afbeelding hiernaast plaats?
A
Elektrische energie -> stralingsenergie
bewegingsenergie
B
Elektrische energie -> stralingsenergie
thermische energie
C
Elektrische energie -> thermische energie chemische energie
D
Elektrische energie -> warmte
licht
Slide 10 - Quiz
In de afbeelding hiernaast zie je twee schepen. Beide schepen hebben dezelfde snelheid. Wat kun je zeggen over de bewegingsenergie van beide schepen?
A
Is gelijk aan elkaar, ze gaan even snel
B
Het kleine schip heeft meer bewegingsenergie want is lichter en kan dus sneller.
C
Het grote schip heeft meer bewegingsenergie want is zwaarder en ze gaan even snel.
D
Is uit de tekst en afbeelding niet af te leiden.
Slide 11 - Quiz
Wat is het rendement van de lamp in de afbeelding hiernaast?
A
100%
B
25%
C
75%
D
175%
Slide 12 - Quiz
Het rendement van een mens is 25%.
Een Snicker bevat 1 054 000 J aan energie.
Hoeveel joule van de energie in de Snicker wordt er omgezet in nuttige energie?
Slide 13 - Open question
Een led-lamp heeft een rendement van 60%.
Bereken hoeveel elektrische energie de led-lamp nodig heeft om 250 J stralingsenergie te genereren.
Slide 14 - Open question
Sleep de plaatjes naar de juiste energiesoort.
Eelek
Etherm
Estra
Echem
Ekin
Slide 15 - Drag question
Sleep de onderstaande erergiebronnen naar het juiste blokje.
Duurzaam
Niet duurzaam
Uranium
Aardolie
Biodiesel
Wind
Zon
Geothermische energie
Gas
Slide 16 - Drag question
Juna en Nova doen 2 uitspraken over energie.
Juna zegt: Energie wordt nooit 100% van de ene naar de andere energiesoort omgezet. Er gaat dus altijd wat energie verloren.
Nova zegt: Alle energie op aarde is afkomstig van de zon.
Wie heeft er gelijk?
A
Juna
B
Nova
C
Juna & Nova
D
Geen van beiden
Slide 17 - Quiz
Tigo en Mads doen 2 uitspraken over aardgas:
Tigo zegt: Aardgas geeft nauwelijks milieuvervuiling dus is duurzaam.
Mads zegt: Aardgas heeft veel minder chemische energie in zich dan aardolie, je hebt dus veel meer nodig om het zelfde resultaat te krijgen .
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo & Mads
D
Geen van beiden
Slide 18 - Quiz
Leg uit wat chemische energie is, noem hierbij 2 voorbeelden.
Slide 19 - Open question
Leg uit waarom de zon onze belangrijkste energiebron is.
Slide 20 - Open question
2,76 h = ___________ ms
Slide 21 - Open question
Saturnus draait in 10 573,73 dagen om de zon.
Dit is natuurlijk een erg vreemde manier om de tijd uit te drukken.
Schrijf dit getal op in …a …d …h …min … s (duidelijke tijd).