Waarnemen en gedrag 6.1 en 6.2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

lesdoelen

Je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven.

Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten

Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten

Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien

Lagen van de huid

Opperhuid

lederhuid

Onderhuids bindweefsel

In een klaslokaal heeft een docent de volgende proef opgesteld. Op een tafel wordt verticaal een witte plaat met een rood vierkantje geplaatst. Die plaat wordt belicht.

Leerlingen blijven 20 sec recht voor zich uit kijken naar punt P op het rode vierkantje. Meteen daarna kijken naar punt Q in het witte gebied Naast het vierkant. Daar verschijnt een groen vierkant. Wat is hiervoor de verklaring?

Wat is hiervoor de verklaring

1. de drempelwaarde van de gebruikte zintuigcellen is verlaagd
2. de gebruikte zintuigcellen zijn tijdelijk minder gevoelig
3. Het licht valt op andere zintuigcellen door het draaien van het hoofd

Het eerst valt het licht op

1. op de laag zenuwen in het netvlies
2. op de laag met zintuigcellen

In de blinde vlek bevinden zich

1. staafjes
2. kegeltjes
3. geen zintuigcellen

Het nauwkeurigste beeld komt in de hersenen via de

1. staafjes
2. kegeltjes

In het donker zie je vooral met de

1. staafjes
2. kegeltjes

Kun je ook de richting van een geluid bepalen?
Leg uit

Inspuiten in de

1. kringspier in de iris
2. lengtespier in de iris
3. accommodatiespier
4. oogspier

Als een voorwerp dichterbij komt, wordt de lens

1. platter
2. boller

Cas zit in de klas en Ellen komt binnen en loopt in zijn richting.
In het oog van Cas

1. wordt de lens boller en spant de accommodatiespier
2. wordt de lens platter en spant de accommodatiespier
3. wordt de lens boller en spant de accommodatiespier
4. wordt de lens platter en ontspant de accommodatiespier

Veel oudere mensen hebben een leesbril nodig, omdat ...... en zij krijgen een ...... .....

1. de lens niet meer zo plat wordt bolle lens
2. de lens niet meer zo plat wordt holle lens
3. de lens niet meer zo bol wordt bolle lens
4. de lens niet meer zo bol wordt holle lens

Wat is de pupilreflex bij te weinig licht? Leg uit.

Wat is het antwoord op de vraag van de vorige dia?

Bijziendheid is eenvoudig te corrigeren met lenzen of een bril.
Welk type lens corrigeert?

1. Een holle lens
2. een bolle lens

Pupilreflex
In welke receptoren ontstaan impulsen die leiden tot deze reflex?

Oogdruppels mydriatica worden bij staar gegeven. Zij verwijden de pupil.
Welke spieren verlammen die druppels?