LES 3 - OPDRACHT 3A

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LES 3 - OPDRACHT 3A

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 5 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Verliefd! Best spannend. Verliefd zijn kan je behoorlijk in de war maken.
Verliefd zijn kan best wat spanning opleveren. 
Zouden mensen het aan je merken? Is de ander ook verliefd op jou? Durf je het aan om het diegene te vertellen of begin je eerst met het aan een goede vriend of vriendin te vertellen (in vertrouwen)?

Wanneer twee mensen verliefd op elkaar zijn is dit natuurlijk heel leuk. Dit kan leiden tot verkering, jouw eerste relatie. Verkering is heel leuk en vraagt net als een goede vriendschap om veel vertrouwen.
Yes! Diegene ziet jou ook staan! Tijd voor verkering?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bij verkering is elkaar kunnen
vertrouwen heel belangrijk!
Wat zijn nog meer belangrijke
dingen in een relatie?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions


Stelling:
Als je verliefd bent, zitten er vlinders in je buik.
Dit klopt.
Dit klopt niet.

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Stelling


Als je verliefd bent, zitten er vlinders in je buik.





Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Stelling:

Je kunt ervoor kiezen om verliefd op iemand te worden.
Dit klopt.
Dit klopt niet.

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Stelling


Je kunt ervoor kiezen om verliefd op iemand te worden.





Slide 11 - Slide

This item has no instructions

           Leerdoelen
Aan het einde van deze les... 
  • kun je uitleggen wat een voorzetsel is (R)
  • kun je een voorbeeld van een voorzetsel noemen (T1)
  • kun je uitleggen dat werkwoorden van betekenis veranderen wanneer je er iets voorzet (T1)


Slide 12 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
              Voorzetsels
Een voorzetsel is een woord dat samen met een ander woord (meestal) plaats en richting bepaalt, zoals:
Het haantje op de toren - De Slag bij Waterloo - Ga naar buiten - Kom op tijd.

De meeste voorzetsels verwijzen naar een plaats, zoals:
bij, door, in, uit, aan, achter, tegen, voor, onder

Minder gemakkelijk is dit te zien bij voorzetsels zoals:
zonder, met, van.



Slide 13 - Slide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
Voorzetsels
Tip:
Denk aan een mannetje en een doos, zoals op de afbeelding hiernaast.

Even oefenen nu...

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Ben kan heel erg opzien                            sollicitatiegespekken.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Mijn baas heeft veel aandacht                            de vaste klanten.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Christel ergert zich vaak                           haar zusje.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
0
1
2
3

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

           Instructie (1)
Je maakt zo opdracht 3A met je schoudermaatje:

  • Zoek in de tekst op welk voorzetsel bij het werkwoord past
    Bijvoorbeeld: onderzoek doen naar

We doen er één samen:
    doorgeven... (welk voorzetsel komt hier?)

Slide 21 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Instructie (2)
Je maakt zo opdracht 3B met je schoudermaatje:

  • Werkwoorden veranderen van betekenis als je er iets voorzet. Noteer de betekenis van het werkwoord met voorvoegsel en zonder voorvoegsel.

We doen er één samen:
    gedragen

Slide 22 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Aan de slag
Werk samen met je schoudermaatje.

Maak opdracht 3A  en 3B.
Leerlingen die het moeilijk vinden, doen mee met de docent.

timer
20:00

Slide 23 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Afsluiting
Je hebt vandaag geoefend met voorzetsels. 
De docent spint een naam, en vervolgens een vraag over deze les. 







         Leerling                                        Vraag

Slide 24 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
           Exit-ticket
Pak een blaadje en een pen. 

De docent laat je zo een kleurplaat zien. 
In die kleurplaat zijn een aantal voorzetsels verstopt, zoals: 'De hond in de kooi'

Hoeveel voorzetsels kun jij vinden?
Je krijgt 3 minuten de tijd om zoveel mogelijk voorzetsels op te schrijven! 

Slide 25 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
           Zoek zoveel mogelijk voorzetsels!
timer
3:00

Slide 26 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
De hond zit onder de paraplu
De hond zit op de steen
De zon is achter de wolk
De kat zit op de stoel
De vogel zit op het hok
De kat zit in het hok
De kat zit naast het hok
De bloem staat onder de boom
De bal ligt op tafel

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel voorzetsels heb je gevonden?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions