Van probleem naar uitdaging

Executieve  functies
1 / 31
next
Slide 1: Slide
LOBMiddelbare schoolMBOLeerjaar 1Studiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 71 min

Items in this lesson

Executieve  functies

Slide 1 - Slide

Doel van de les
- Je weet wat een probleem is
- Je weet het verschil tussen een probleem en een beperking
- Je begrijpt dat je moet werken aan de KERN en niet aan het gevolg
- Je kunt een hulpmiddel toepassen bij het analyseren van je probleem
- Je weet welke stappen je kunt zetten om tot een gewenste situatie te kunnen komen
- Je kunt vanuit een probleem kijken naar een uitdaging
- Je stimuleert je oplossingsgericht denken d.m.v. '' breinbrekers ''


Slide 2 - Slide

Wat is volgens jou een probleem?

Slide 3 - Open question








Een probleem is een situatie waarin je wel weet wat je doel is, maar niet weet hoe je dat doel kunt bereiken. Problemen zijn zaken waarin verandering aangebracht kan worden. 

Het oplossen van het probleem is dan het zoeken naar een weg om van de bestaande toestand in de gewenste toestand te komen.

Je hebt dus invloed op het vinden van een oplossing voor je probleem.


Slide 4 - Slide

Hoe of wanneer ervaar jij dat je een probleem hebt? Benoem een voorbeeld

Slide 5 - Open question

Wat is volgens jou het verschil tussen een probleem en een '' beperking ''?

Slide 6 - Open question

Beperking:
Een beperking is iets wat we niet kunnen veranderen en waarvoor er geen oplossing bestaat. Bijvoorbeeld: alles wat in het verleden is gebeurd, kunnen we niet meer terug draaien. Je hebt er GEEN invloed meer op.  Het zijn bijvoorbeeld ook feiten of regels. Zo heb je bijvoorbeeld geen invloed op de de avondklok wel of niet wordt afgeschaft. 

Probleem:
Een probleem is iets waarin je wel verander kunt aanbrengen. Je hebt er ZELF dus invloed op

Uitdaging/ doel:
Je hebt voor jezelf besloten dat je aan de slag wilt met je probleem. Je ziet in dat er een probleem is, dan is het de uitdaging om hiermee aan de slag te gaan. Je omschrijft je gewenste situatie, dit is dan je doel.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Deel je antwoord

Slide 9 - Open question

Hoe heb jij het aangepakt? Had je een bepaalde aanpak? 

De kans is groot dat jij direct alle getallen ging controleren?!  En op het einde dacht je waarschijnlijk, huh? Alle getallen staan toch op de juiste volgorde? Heb je doorgezet en het nogmaals geprobeerd? Ben je gestopt? Of had je direct al het goede antwoord gevonden? Of deed je heel wat anders?








Slide 10 - Slide

Deel je antwoord

Slide 11 - Open question

Vertel jij ons waar de DE fout zit?

Slide 12 - Slide

Deel je antwoord

Slide 13 - Open question

Bij het aanpakken van een probleem, is het juist belangrijk dat je het '' probleem '' goed gaat analyseren en gaat onderzoeken. De valkuil kan zijn dat je direct gaat doen en naar een oplossing zoekt. Uiteraard is het heel goed om in oplossingen te denken, maar het is wel belangrijk dat jij de KERN aanpakt en niet het gevolg van een probleem. 

Een kort voorbeeldje:  De ouders van Karel zijn 2 maanden geleden gescheiden. Karel is hier heel verdrietig over. Karel wil niet over zijn gevoelens praten. Hij dooft zijn gevoel door te gaan blowen. Karel blowt ook onder schooltijd. Zijn mentor weet dit en Karel heeft al een waarschuwing gekregen. De mentor zegt tegen Karel dat hij moet stoppen met blowen, want zijn cijfers en aanwezigheid zijn behoorlijk verslechterd. 

Gevolg: Blowen
Oorzaak/ kern: Karel heeft verdriet door de scheiding van zijn ouders. 

---- Op de volgende dia staat een hulpmiddel om problemen te analyseren. ---


Slide 14 - Slide

Hulpmiddel bij het analyseren van een probleem!

Het analyseren van een probleem is de eerste stap op weg naar een oplossing 

Slide 15 - Slide

Een goede probleemanalyse …
  • Schetst een duidelijk beeld van het probleem en de doelstelling.
  • De achtergrond en kenmerken worden zo gedetailleerd mogelijk beschreven.
  • Het zorgt ervoor dat je gaat werken aan de kern van het probleem en niet dat je gaat werken aan de oorzaken  
  • Het is van belang om deze te filteren op volgorde van belangrijkheid.
  • Kost in de meeste gevallen veel tijd en energie en doorzettingsvermogen. Overhaast je dus niet.

Slide 16 - Slide

Hoe nu verder? 
Stap 1: Het goed analyseren van het probleem (zie dia 8)

Stap 2: Informatie verzamelen over de kern van je probleem. Wat kun je bijvoorbeeld zelf al vinden op het internet? Ga hierbij af op de feiten. 

Stap 3: Trek je eigen conclusie.  Wil ik echt aan dit probleem werken? Staan er tips (stap 2) bij die jou kunnen helpen? Lukt het mij alleen om aan dit probleem te werken of heb ik hulp nodig? Vanuit deze analyse kun je jouw gewenste situatie/ doel omschrijven, de SMART methode kan je hierbij helpen om het doel goed uit te werken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Het goede antwoord is: C

Doel '' breinbrekers ''
- Je stimuleert je oplossingsgericht denken
- Je wordt uitgedaagd om meer in kansen en mogelijkheden te denken, want er is een oplossing voor het '' probleem ''.
- Je oefent om eerst te kijken (analyseren) en dan pas te doen (oplossingen)
- Je meer een beroep gaat doen op het je creatieve denkvaardigheden
- Het een hulpmiddel kan zijn om je concentratie te verhogen 
- Je hiermee kunt oefenen met je doorzettingsvermogen
- Je kunt er plezier, humor en ontspanning uithalen

Maar ook:
- Hoe ga je om met stress
- Hoe ga je om met frustratie


Slide 19 - Slide

Ok. Je weet nu wat het doel is van '' breinbrekers ''. We gaan nu the battle aan. 

De docent verdeeld de klas in sub groepjes. 
 Spelregels:
- Is het eerste antwoord dat jullie geven goed: 5 punten 
- Is het tweede antwoord dat jullie geven goed: 3 punten
- Is het antwoord tweemaal onjuist: 1 punt voor jullie inzet
- Het aantal sterren onder de afbeelding geeft aan hoe moeilijk de '' breinbreker '' is. 

Je bent nu een team. In een team is het belangrijk om:
- Samen te werken
- Goed te communiceren 
- Naar elkaar te luisteren, maar ook je mening te geven 
- '' Overeenstemming '' te vinden over het antwoord

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Wie is de winnaar?

Slide 31 - Slide

More lessons like this