les 3 De stroomkring

les 3 de stroomkring
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

les 3 de stroomkring

Slide 1 - Slide

leerdoelen
4.3.1 Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
4.3.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
4.3.3 Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn.
4.3.4 Je kunt een voorbeeld geven van een geleider en van een isolator.
4.3.5 Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.
4.3.6 Je kunt uitleggen wat een schakelschema is.
4.3.7 Je kunt de belangrijkste symbolen toepassen in een schakelschema.

Slide 2 - Slide

Rondstromen
Een lampje is verbonden met een batterij. 

Eén draad gaat van de plus van de batterij (+) naar het lampje. 

Een andere draad gaat van het lampje terug naar de min van de batterij (−). 

Nu gaat er elektrische stroom door het lampje, waardoor het lampje brandt.




Slide 3 - Slide

Rondstromen
Elektrische stroom gaat lopen als je de plus (+) en de min (−) van een spanningsbron verbindt.

 De stroom gaat dan in een kringetje rond.

Een stroomkring is de verbinding van de plus (+) naar de min (−) van een spanningsbron. 


 De stroom gaat van de plus (+) door het lampje naar de min (−).

Slide 4 - Slide

gesloten en onderbroken
Het lampje brandt, omdat er stroom doorheen gaat. 

Dat komt doordat de stroomkring gesloten is. Je zegt: er is een gesloten stroomkring

Maak je nu één draad los, dan kan de stroom niet meer rond. 
Je zegt: er is een onderbroken stroomkring.

Slide 5 - Slide

Geleiders en isolatoren
Een stroomdraad is van koper. 
Koper is een metaal. 
Alle metalen zijn goede geleiders voor elektrische stroom. Dat betekent dat elektrische stroom gemakkelijk door koper heen kan gaan. 

Rond de koperdraad zit een laagje kunststof.
 De stroom kan niet door kunststof heen.
 Kunststof is een isolator.
 Een isolator laat geen stroom door. 
Daardoor kan de stroom alleen de weg van de koperdraad volgen. 
De stroom kan nergens anders naartoe.

Slide 6 - Slide

opdracht 1 t/m 5 maken BLZ 219-220
timer
3:00

Slide 7 - Slide

De schakelaar
 Je gebruikt een schakelaar om het licht aan en uit te doen.

 Met een schakelaar kun je de stroomkring onderbreken of sluiten.

In een schakelaar zitten twee metalen plaatjes. In de  afbeelding raken die plaatjes elkaar. De stroom kan door de schakelaar lopen. De schakelaar is dicht (gesloten). De stroomkring is gesloten.


Slide 8 - Slide

De schakelaar

Als je de schakelaar omzet, gaan de metalen plaatjes van elkaar . Daardoor kan er geen stroom meer door de schakelaar lopen. De schakelaar is open en de stroomkring is onderbroken.

Slide 9 - Slide

een schakelschema
Van een stroomkring kun je een tekening maken.
 Het kost veel tijd om deze tekening te maken. 
Daarom teken je een stroomkring eenvoudiger. De eenvoudige tekening van een stroomkring noem je een schakelschema. 
 In een schakelschema teken je alle onderdelen van de stroomkring. Je tekent ook de draden tussen de onderdelen.

Slide 10 - Slide

schakeling
schakelschema

Slide 11 - Slide

Symbolen
Een symbool is een eenvoudig teken voor iets uit de werkelijkheid. 

Je ziet ook een kort en een lang streepje. Dit is het symbool voor een batterij. Het lange streepje is de plus (+) en het korte streepje is de min (−). 
Een draad teken je als een lijn. Een schakelaar kun je op twee manieren tekenen: open of gesloten.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
BB: Maak in je boek 1 t/m 16
(start op blz 219)

KB: Maak online 4.3: de Stroomkring

Slide 13 - Slide