AE5 Les 6

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 3

Algemene Economie 

Les 6

Doel van de les

• Nadelen zwevende       wisselkoersen
• Vaste wisselkoersen
• Spilkoers 

Nadelen Zwevende wisselkoersen 

(flexibele wisselkoersen)

1. Schommelende wisselkoersen zorgen voor grote onzekerheid voor de internationale handel.
2.  Speculanten verergeren koersschommelingen.

Vaste wisselkoers

Een wisselkoers die vastligt omdat de de centrale bank bereid is de eigen munt te kopen of verkopen voor vreemde munt tegen een vooraf vastgelegde koers.

Vaste wisselkoersen

Het grootste voordeel van een vaste wisselkoers is dat er geen wisselkoersrisico meer is.

Mensen die handelen met het buitenland hebben dus minder onzekerheid en dit is bevorderlijk voor de internationale handel.

Spilkoers

Een koers waar de werkelijke koers (marktkoers) niet meer dan een bepaalde percentage boven of onder mag komen.

<--------- 13 Eurocenten              (Spilkoers)

Fluctuatiemarge

De toegestane afwijking van de spilkoers noemen we de fluctuatiemarge. 

<--------- 5% (fluctuatiemarge)

Interventiegrenzen

De fluctuatiemarge geeft de interventiegrenzen aan.

Bovenste interventiegrens (+5%)

13 + 5% = 13.65 Eurocenten

Onderste interventiegrens (-5%)

13  - 5% = 12.35 Eurocenten

Bandbreedte

De ruimte ofwel marge waarbinnen de koers van een bepaalde valuta mag schommelen ten opzichte van de koers van een andere valuta.

<-------- 10% (Bandbreedte)

                    12.35 - 13.65 Eurocenten

Beïnvloeden wisselkoers door centrale bank

Bij een systeem van vaste wisselkoersen mag de wisselkoers niet afwijken van de spilkoers.

Als de wisselkoers dreigt te veranderen, moet de centrale bank intervenieren. Een centrale bank kan (in grote lijnen) op twee manieren ingrijpen om de koers van een valuta te beïnvloeden: 

1) Steunaankopen: verrichten opdat de koers weer gaat stijgen. 

2) Steunverkopen: verrichten opdat de koers gaat dalen.

Aanpassing van de spilkoers

Dat centrale banken moeten blijven intervenieren kan natuurlijk niet. Dan moet de spilkoers worden aangepast.

• Devaluatie: als de spilkoers naar      beneden gaat.
• Revaluatie: als de spilkoers stijgt.

Zwevende wisselkoersen worden ook wel ............ genoemd.

1. Vaste wisselkoersen
2. Spilkoers
3. Flexibele wisselkoersen
4. Marktkoers

De koers waar de werkelijke koers niet meer dan een bepaalde percentage boven of onder mag komen noemen we:

1. De vaste wisselkoers
2. De zwevende wisselkoers
3. De marktkoers
4. De spilkoers

Hoe groot is de fluctuatiemarge bij dit voorbeeld?

1. 0%
2. 2,25%
3. 4,50%
4. 9%

De spilkoers bij dit voorbeeld is 1,08. Bereken de bovenste interventiegrens.

1. 1,06
2. 1,09
3. 1,10
4. 1,13

Wat moet de centrale bank doen wanneer de marktkoers boven de bovenste interventiekoers dreigt te komen?

1. Steunverkopen
2. Dit zich automatisch laten herstellen
3. Hulp vragen aan de overheid
4. Steunaankopen

Als de spilkoers stijgt, hebben we het over:

1. Devaluatie
2. Revaluatie
3. Depreciatie
4. Appreciatie

HUISWERK

Maken vraag 17, 18 en 20