This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 7 Krachten
Slide 1 - Slide
Een gewichtheffer kijkt zeer ingespannen. Kun je krachten zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Welke verandering van beweging vond plaats rondom het moment dat deze foto is gemaakt?
A
Verandering van richting
B
Verandering van snelheid
C
Verandering van snelheid en van richting
D
Geen verandering van beweging
Slide 3 - Quiz
Met welke soort vervorming hebben we te maken in de afbeelding?
A
Plastische vervorming
B
Elastische vervorming
Slide 4 - Quiz
Wat voor soort vervorming is hier te zien ?
A
Elastische vervorming
B
Plastische vervorming
Slide 5 - Quiz
Welke kracht zorgt ervoor dat we op de grond kunnen blijven staan en dat we niet rondvliegen?
A
Wrijvingskracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Spankracht
Slide 6 - Quiz
Je zit op je kruk. Hoe noem je de kracht die ervoor zorgt dat je niet door je kruk zakt?
A
zwaartekracht
B
gewicht
C
normaalkracht
D
materiaalsterkte
Slide 7 - Quiz
De veerconstante
Herhaling en oefening
Slide 8 - Slide
Uitrekking van veer meten
De opstelling wordt gemaakt zoals de opstelling hiernaast.
Vervolgens worden massa's aan de veer gehangen.
Dan wordt de uitrekking gemeten.
Slide 9 - Slide
Veerconstante formule
C=uF
C = veerconstante
(N/m of N/cm)
F = kracht
(N)
u = uitrekking
(m of cm)
Slide 10 - Slide
Voorbeeld 1
Een veer is 23,5 cm lang als er niets aan hangt,
en 33,1 cm als er een gewichtje van 350 gram aan hangt.
Bereken met deze gegevens de veerconstante van de veer.
Slide 11 - Slide
Gegevens u = 33,1-23,5 = 9,6 cm
m = 350 g = 0,35 kg
Gevraagd C = ?
Uitwerking F = m x g = 0,35 x 9,8 = 3,43 N
C=uF
=9,63,43
= 0,36 N/cm
Slide 12 - Slide
Voorbeeld 2
De nulstand van een veer is 15 cm. De veerconstante is 42 N/m.
De kracht op de veer is 6N.
Wat is de lengte van de veer als gevolg van deze kracht?
Slide 13 - Slide
Gegeven lengte nulstand = 15 cm
C = 42 N/m
F = 6 N
Gevraagd lengte van veer (u)
Uitwerking
u=CF
=426
= 0,14 m = 14 cm
dus lengte = 15 + 14 = 29 cm
Slide 14 - Slide
Oefenvraag:
Daan doet een proef met een spiraalveer (C = 35 N/m). Eerst meet hij de lengte van de veer als er niets aan hangt: 27 cm. Daarna hangt hij een blokje van 300 gram aan de veer. Bereken hoe groot de lengte van de veer nu wordt. Schrijf je hele berekening op.
Slide 15 - Slide
Gegevens C = 35 N/m
nulstand = 27 cm
m = 300 g = 0,3 kg
Gevraagd lengte van veer nu (u)
Uitwerking F =mxg = 0,3 x 9,8 = 2,94 N
u=cF
=352,94
= 0,084 m = 8,4 cm
uitrekking = 27 + 8,4 = 35,4 cm
Slide 16 - Slide
C=uF
Kunnen we ook berekenen met m x g
bereken met eindstand - nulstand
Slide 17 - Slide
Opdracht
Maak alle opgaven van het blad "Extra oefenopgaven" in je schrift
Maak een foto van je uitwerkingen en plaats deze in Teams
Kijk je eigen uitwerkingen na, en stel vragen over onderdelen die je nog niet goed hebt begrepen.
Slide 18 - Slide
Krachten in evenwicht.
Als krachten in evenwicht zijn is het resultaat 0 Newton.
Zie de volgende slides voor voorbeelden.
Slide 19 - Slide
Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.
Er is evenwicht dus de fruitschaal
komt niet in beweging.
Fn
Slide 20 - Slide
Krachten in evenwicht
Twee krachten zijn evengroot en werken in
de tegenovergestelde richting.
Daardoor gebeurt er niets.
De zak beweegt niet omhoog
en niet omlaag.
Slide 21 - Slide
Leerdoelen (deel 2)
Je kunt de resulterende kracht berekenen van krachten die in dezelfde lijn liggen.
Je kunt met de parallellogrammethode de resulterende kracht bepalen van twee krachten die niet in dezelfde lijn liggen. (plusstof
Slide 22 - Slide
Resultante kracht
Slide 23 - Slide
Als krachten niet in evenwicht zijn
is de resulterende kracht niet gelijk aan 0 N.
Je kunt dan de resulterende kracht of nettokracht berekenen.
(hoe groot is hier de resulterende kracht op de olifant?)
Slide 24 - Slide
Resultante kracht bepalen
Slide 25 - Slide
Opdracht 1
1
2
3
4
5
Slide 26 - Slide
Opdracht 2
1
2
3
4
5
Slide 27 - Slide
Opdracht 3
1
2
3
4
5
Slide 28 - Slide
Opdracht 4
1
2
3
4
Slide 29 - Slide
Opdracht
Maak nu alle vragen van par. 2.2 in je boek en kijk deze zelf na.
Maak daarna Test Jezelf van par. 2.1 en 2.2 op de site van de methode.
Gebruik de 'vaardighedentrainer' van par. 2.2 als je nog moeite hebt met vragen over de veerconstante.