Nederlands B2 P3 les 13 versie 2023

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
  • Spellingtoets
  • Quiz over een paar veelgemaakte schrijffouten

Slide 3 - Slide

Doelen
  • Je checkt welke onderdelen van de spelling je voldoende beheerst.
  • Je weet met welke onderdelen je nog moet oefenen (voor Schrijven én Rapporteren!)
  • Je herkent een paar veelgemaakte fouten, zodat jij die op de examens niet maakt!

Slide 4 - Slide

Spellingtoets (onderaan in P3)
Na inloggen telefoons weg!!!!
De toets bestaat uit 2 delen:
  • een toets over werkwoordspelling (open vragen).
  • een toets over andere spellingsonderwerpen (meerkeuzevragen).
Snel klaar? Dan mag je zachtjes voor jezelf werken.
  • (bijv. nog een extra schrijfopdracht uit P3 maken)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waarom heb je leestekens nodig?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Lees de tekst
Schrijf op de volgende dia de titel op de juiste manier.

Slide 10 - Slide

Schrijf de titel met
leestekens erin.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Waar horen volgens jou de leestekens te staan?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

'Ik heb gisteren bloemen aan ....... moeder gegeven.'

A
mijn
B
me
C
'Mijn' en 'me' zijn allebei goed.

Slide 15 - Quiz

'Me' betekent nooit 'mijn'!

 'Me moeder' is                                                 
                                               
Goed  is: 'mijn moeder'.                                  

Slide 16 - Slide

Ze ....... me altijd met de auto brengen als het nodig is.

A
wilt
B
wil
C
will

Slide 17 - Quiz

Ik zou graag weer elke dag .......... school gaan.
A
na
B
naar
C
erna
D
naartoe

Slide 18 - Quiz

Na/naar
Na gaat over tijd of plaats.

Naar gaat over een richting.

Slide 19 - Slide

Deze brief schrijf ik ............................ de banenmarkt op het Veiligheidscollege.
A
na aanleiding van
B
naar aanleiding van

Slide 20 - Quiz

Zij is ouder ..........
A
als ik
B
als mij
C
dan ik
D
dan mij

Slide 21 - Quiz

Een meisje ........ bij mij in de buurt woont, gaat naar dezelfde school.
A
dat
B
die
C
welke

Slide 22 - Quiz

Het is:
Het meisje dat ....
De jongen die ....
Het kind dat ....
De school die ....

Slide 23 - Slide

Ik sta .................. meestal om zeven uur op.
A
's morgens
B
s' morgens
C
s'morgens

Slide 24 - Quiz

................... ga ik fietsen.
A
s' middags
B
'S middags
C
S' middags
D
's Middags

Slide 25 - Quiz

Ik ben gek op mijn ooms, want .......... helpen me altijd.
A
hun
B
zij
C
ze

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Had je veel fouten?
Bestudeer dan de top 10 van veelgemaakte fouten die in deze les van itslearning staan.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide