This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?
A
spanningsbron-stroomdraden-lamp-
B
spanningsbron-lamp
C
spanningsbron-stroomdraden
D
spanningsbron
Slide 4 - Quiz
Wat is géén spanningsbron?
A
Stopcontact
B
Batterij
C
Accu
D
Lampje
Slide 5 - Quiz
welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Elektrische stroom vervoert elektrische energie. Hoeveel energie er wordt vervoerd, hangt af van de spanning en de stroomsterkte. Hier staan vier uitspraken daarover. Welke uitspraak is waar?
A
Als je de stroom inschakelt, komt het vervoer van energie op gang.
B
Als je de stroom uitschakelt, is de spanning ook verdwenen.
C
Een hoge spanning vervoert evenveel energie als een lage spanning.
D
Hoe meer stroom er loopt, hoe minder energie er wordt vervoerd.
Slide 10 - Quiz
Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte
Slide 11 - Quiz
Eenheid van spanning
A
Ampere
B
Watt
C
Volt
Slide 12 - Quiz
Hoort deze uitspraak bij spanning of stroomsterkte?
Uitgedrukt in Volt
A
spanning
B
stroomsterkte
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Sleep de spanningsbronnen naar de juiste spanning.
4.5 V
6 V
230 V
10.000 V
Platte batterij
Stopcontact
Centrale
Dynamo
Slide 15 - Drag question
6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Sleep de teksten die bij een spanningsbron horen naar het woord.