What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Het bijwoord - klas 1
Het bijwoord
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het bijwoord
Slide 1 - Slide
De marathonloper rent
snel
naar de finish.
De
snelle
marathonloper finisht.
Slide 2 - Slide
Bijwoord
Het bijwoord is een bijwoordelijke bepaling die bestaat uit één woord.
Slide 3 - Slide
Bijwoord
Het zegt iets over:
een werkwoord
een bijvoeglijk naamwoord
een ander bijwoord
Geeft vaak in één woord:
een tijd
een plaats/richting
een reden/oorzaak
(on)zekerheid
ontkenning
Ook de vragen die je stelt om een bijwoordelijk bep. te vinden zijn zelf bijwoorden.
Slide 4 - Slide
Zegt iets over een
werkwoord.
Hij typt
snel
een berichtje.
Max Verstappen kwam erg
hard
aanrijden.
Slide 5 - Slide
Zegt iets over een
bijvoeglijk naamwoord.
Dat is een
erg
mooi boek!
Mijn buurvrouw is
bijzonder
aardig.
Slide 6 - Slide
Zegt iets over een ander
bijwoord.
Dat is een
heel
erg mooi boek!
In mijn vrije tijd kijk ik
ontzettend
graag naar series.
Slide 7 - Slide
Geeft in één woord een
tijd
aan.
Nu
wil ik een koekje!
We gaan
morgen
samen naar de bioscoop.
Slide 8 - Slide
Geeft in één woord een (algemene)
plaats/richting
aan
Daar
is mijn nieuwe huis.
Ergens
in Nederland kun je een schat vinden.
Slide 9 - Slide
Geeft in één woord een
reden/oorzaak
aan.
Daarom
zijn de bananen krom.
Slide 10 - Slide
Geeft in één woord een
(on)zekerheid
aan.
Het is
misschien
wel tijd om een andere weg in te slaan.
Slide 11 - Slide
Geeft in één woord een
ontkenning
aan.
Ik ga
niet
met je mee naar de kermis.
Slide 12 - Slide
Vraagwoorden als bijwoord.
Waar
gaan we je verjaardag dit jaar vieren?
Slide 13 - Slide
De nieuwste apps verschijnen binnenkort in een wekelijks overzicht.
Wat is het bijwoord?
A
nieuwste
B
apps
C
binnenkort
D
wekelijks
Slide 14 - Quiz
Die grote jongens mogen nooit in de Haagse speeltuin komen.
Wat is het bijwoord?
A
de Haagse speeltuin
B
Haagse
C
grote
D
nooit
Slide 15 - Quiz
Wanneer is het leuke nummer van dit tijdschrift eindelijk ook in de winkel te koop?
Wat zijn de bijwoorden?
A
Wanneer / eindelijk / ook
B
wanneer / eindelijk
C
eindelijk / ook
D
leuke / eindelijk
Slide 16 - Quiz
Wie moet thuis je vieze kleren snel in de wasmachine stoppen?
Wat zijn de bijwoorden?
A
Wie / vieze
B
Wie / snel
C
thuis / snel
D
thuis / vieze
Slide 17 - Quiz
De bus rijdt erg voorzichtig langs de gedeeltelijke wegafzetting.
Wat zijn de bijwoorden?
A
erg / langs
B
erg / voorzichtig
C
erg / voorzichtig / langs
D
voorzichtig / gedeeltelijke
Slide 18 - Quiz
Het bijwoord
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Het bijwoord (les 1)
March 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
h2b blok 5grammatica hh enkelvoudige en samengestelde zinnen en het bijwoord
May 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.12 bijwoord
April 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
H5: woordsoorten - bijwoord
August 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
14 3hv Grammatica, verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
September 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
14 3hv Grammatica, verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
August 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
14 3hv Grammatica, verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
February 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3.8 Woordsoorten les 3
March 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2