H5 4 rood

Hoofdstuk 5
Rekenen
Meten
Schatten
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
Rekenen
Meten
Schatten

Slide 1 - Slide

5,04 km = ... m.
A
50,4
B
504
C
5 040
D
50 400

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide


3500cm2=......m2
A
0,35
B
35
C
3,5
D
350

Slide 4 - Quiz


4532dm2=.....mm2
A
0,4532
B
45,32
C
453200
D
45320000

Slide 5 - Quiz

De oppervlakte van een cirkel bereken je door .....
A
πstraalstraal
B
πdiameter

Slide 6 - Quiz

Van een cirkel is de diameter 12 cm. Met welke berekening kan ik de oppervlakte berekenen?
A
12 x π
B
6 x π
C
6 x 6 x π
D
12 x 12 x π

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


745m3=.......dm3
A
7450
B
74 500
C
745 000
D
0,745

Slide 10 - Quiz


5610cm3=.......dm3
A
5,61
B
56,1
C
56 100
D
5 610 000

Slide 11 - Quiz

340 liter = ...... ml
A
3,4
B
34
C
34 000
D
340 000

Slide 12 - Quiz


342dm3=......liter
A
3,42
B
342
C
3420
D
342 000

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Theorie Q wetenschappelijke notatie
10^6
7,9 x 10^6

858.000.000
-wetenschappelijke notatie
- afgerond op een decimaal

- schrijf voluit: 8,5 x 10^8

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Schrijf voluit:
1)2,34106
2)8,36104
3)7,98109

Slide 20 - Open question

Theorie G Procenten gegeven
verhoudingstabel


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Theorie I Percentage berekenen
absolute toename -> aantallen
relatieve toename -> procenten

Slide 23 - Slide

Van de 29 leerlingen van een vierde klas zijn er 7 die meer dan één onvoldoende bij een examen haalden. Hoeveel procent is ?
(Afronden op 1 decimaal)

Slide 24 - Open question

In 2018 verdienden jongeren gemiddeld €434,00 per maand. Op 1 januari 2019 is het verhoogd met 1,57%. Hoeveel euro verdiend een jongere nu?

Slide 25 - Open question

Wat betekent promille?
A
per honderd
B
per duizend
C
zelfde als procent
D
per tienduizend

Slide 26 - Quiz

Als iets met 4% toeneemt, wat is dan de groeifactor?

Slide 27 - Open question

Als iets met 4% afneemt, wat is dan de groeifactor?

Slide 28 - Open question

Theorie F Eenheden van snelheid
* uit je hoofd leren
* mee oefenen
* veel omrekenen in examen

of 

Slide 29 - Slide

m/s
km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 30 - Drag question

Slide 31 - Video