1.
Slagrijm (aaa): alles is hetzelfde
2. Gepaard rijm (aabb): de rijm komt in paartjes van twee
3. Gekruist rijm (abab): om de regel rijmt het
4. Omarmend rijm (abba): in het midden is het hetzelfde
5. Gebroken rijm (abcb): één regelt ‘breekt’ het patroon
6. Verspringend rijm (abc, abc): je verspringt per regel