TK. 2: Dichtheid (havo)

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1. a. Bereken de dichtheid van een stof met een massa van 130 g en met een volume van 50 cm3.

1. b Welke stof hoort bij de dichtheid van opdracht 1a? (zoek de dichtheid op in de tabel onderaan de pagina)

2a. Een vloeistof heeft een massa van 168 g en een volume van 200 cm3. Bereken de dichtheid van deze vloeistof.

2. b Welke stof hoort bij de dichtheid van opdracht 2a? (zoek de dichtheid op in de tabel onderaan de pagina)

3. In een 400 cm3 grote ballon zit 71,2 g gas. Bereken de dichtheid van het gas.

4. Bereken de massa van een ijzeren voorwerp van 25 cm3 groot.

5. De massa van een koperen voorwerp is 403,2 g. Bereken het volume.

6 In de Afdeling Zorg en Welzijn maakt men een medicijn door op een weegschaal de massa van een stof af te wegen.

a. Wat is de massa van de stof in grammen? (bekijk de afbeelding hiernaast!)

6. b. Het volume van de stof is 73,25 cm3. (de massa van de stof was 58,6 g)

Bereken de dichtheid van het medicijn.

7. Tijdens intensief sporten moet je goed drinken, maar je wilt niet teveel aan massa bij je dragen. Je hebt voor je drinken een flesje van 200 mL. Als je zo min mogelijk massa wilt tillen, moet je dan het flesje vullen met water, of juist met een energiedrank met een dichtheid 1,15 g/cm3? Waarom? (zoek de dichtheid op in de tabel onderaan de website pagina)