EC6 _ Geld uitgeven

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

EC6 Geld uitgeven

Leerdoelen

• Je weet wat dagelijkse uitgaven zijn en je kunt hier meerdere voorbeelden van opnoemen.

• Je weet wat vaste lasten zijn en je kunt hier meerdere voorbeelden van opnoemen.

• Je weet incidentele uitgaven zijn en je kunt hier meerdere voorbeelden van opnoemen.

Waar geef jij geld aan uit

Wat zijn uitgaven?

Waar houdt je rekening mee wanneer je iets koopt.

Waar let je op wanneer ze spullen kopen?

• Ze kijken naar de prijs. 
• Ze kijken naar de kwaliteit 
• Ze kijken naar het merk

3 soorten uitgaven 

• Dagelijkse uitgaven

• Vaste lasten

• Incidentele uitgaven

Dagelijkse uitgaven

• Dit zijn de betalingen die je vaak doet 
• Dagelijkse uitgaven, zijn kleine bedragen waar mensen niet veel over nadenken, voordat ze de betaling doen
• Voorbeelden van dagelijkse uitgaven zijn
• Boodschappen
• Een bezoek bij de kapper
• Een game of boek kopen
• Haarlak halen bij drogist 

Vaste lasten

• Dit zijn uitgaven die elke maand terug komen en de hoogte van de uitgaven verandert niet vaak. 
• Meestal staan deze uitgaven voor een bepaalde tijd vast
• Voorbeelden van vaste lasten zijn
• De energie rekening
• Contributie op de voetbalclub
• Kosten van de internetprovider

Incidentele uitgaven

• Dit zijn uitgaven die je bijna nooit doet.
• Bij incidentele uitgaven koop je iets wat duur is en de meeste mensen denken lang na voordat ze een incidentele uitgave doen. 
• Voorbeelden van incidentele uitgaven zijn:
• Game-computer
• Auto
• Nieuwe keuken
• Om incidentele uitgaven te kunnen betalen moeten veel mensen elke maand geld opzij zetten, zodat ze in 1 keer de dure aankoop kunnen doen. Dit noemen we reserveren