2. Energiesoorten

Energiesoorten
Aan het eind van de les kun je:
  • uitleggen wat energie is
  • uitleggen wat het verband is tussen energie en arbeid 
  • een aantal energiesoorten noemen en deze in toepassingen herkennen
  • rekenen met de formules voor kinetische energie, zwaarte-energie en chemische energie

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Energiesoorten
Aan het eind van de les kun je:
  • uitleggen wat energie is
  • uitleggen wat het verband is tussen energie en arbeid 
  • een aantal energiesoorten noemen en deze in toepassingen herkennen
  • rekenen met de formules voor kinetische energie, zwaarte-energie en chemische energie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is energie ?
Het kost energie :
- om een voorwerp op te tillen.
- in beweging te brengen.
 - licht of geluid te maken.
- iets te verwarmen.
- om hoog te springen enz.
Met energie ben je in staat arbeid te verrichten 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke vormen van energie kun je bedenken?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

6.2 Energiesoorten
Bewegingsenergie
warmte
chemische energie

Slide 4 - Slide

bewegingsenergie: alles wat snelheid heeft, bevat bewegingsenergie
warmte: een kachel bezit warmte en straalt warmte uit
chemische energie: de energie in brandstof, voesel en batterijen

6.2 Energiesoorten
Zwaarte-energie
elektrische energie
stralingsenergie

Slide 5 - Slide

zwaarte-energie: alles wat kan vallen, bevat zwaarte-energie
elektrische energie: zoals een stopcontact levert
stralingsenergie: zoals licht bevat
Welke energiesoorten herken je bij Dafne?

Slide 6 - Slide

iets dat energie heeft kan arbeid verrichten
als de ene soort energie wordt omgezet in een andere soort, dan is er een kracht die arbeid verricht.
is de arbeid positief, dan neemt de energie van een voorwerp toe
is de arbeid negatief, dan neemt de energie van het voorwerp af.
voor arbeid gebruik je Nm
voor energie J (is hetzelfde)
Energiesoorten bij Dafne
A
chemische energie
B
chemische energie en zwaarte-energie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie, bewegingsenergie en warmte

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

En nu?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bewegingsenergie

Slide 10 - Slide

bewegingsenergie wordt ook wel kinetische energie genoemd
hoe groter de snelheid, hoe groter de bewegingsenergie
een locomotief is moeilijker tot stilstand te krijgen dan een fietser met zelfde snelheid. de locomotief heeft meer kinetische energie
Oefening
Een personenauto van 1100 kg rijdt met een snelheid van 120 km/h. 
Bereken de kinetische energie van de auto.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Chemische energie
.




 De hoeveelheid warmte die één kubieke meter, liter of kilogram brandstof oplevert wordt de stookwaarde genoemd. Elke brandstof heeft een andere stookwaarde.

Slide 13 - Slide

voedingsstoffen worden via een chemiscghe reactie omgezet en zo krijgen haar spieren energie
dor gas, benzine of diesel te verbranden komt chemische energie vrij. de motor zet die voor een deel om in bewegingsenergie
de chemische energie die vrijkomt bij verbranding van 1 kg (vaste stoffen) of 1 m3 (vloeistoffen en gassen) noem je de stookwaarde
accu's en batterijen bevatten chemische energie, die wordt omgezet in elektrische energie als ze stroom leveren
Andersom: opladen (= opnieuw chemische energie aanbrengen) 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zwaarte-energie

Slide 15 - Slide

elek voorwerp dat van een bepaalde hoogte kan vallen, heeft zwaarte-energie
de hoogdspringer: als hij omhoogspringt verricht de zwaartekracht negatieve arbeid, zodat zijn snelheid afneemt
kin energie wordt omgezet in zwaarte- energie
na hoogste punt valt hij naar beneden. de arbeid van de zwaartekracht is dan positief, de zwaarte-energie neemt af en de snelheid en kin energie nemen toe
Warmte
Bij bijna elke energieomzetting komt warmte vrij.

Warmte heeft symbool Q en eenheid joule (J)

Slide 16 - Slide

Daphne krijgt het warm, haar temperatuur stijgt
als een voorwerp een hogere temperatuur heeft dan de laagst mogelijke (0K) dan bezit het warmte
Op welke energiesoort(en) werkt een automotor?
A
chemische energie
B
bewegingsenergie
C
warmte
D
elektrische energie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De zwaarte-energie van een voorwerp is recht evenredig met de massa van het voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Ez= m x g x h
De zwaarte-energie van een voorwerp is recht evenredig met de hoogte waarop het voorwerp zich bevindt
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De kinetische energie van een voorwerp is recht evenredig met de massa van het voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Ek= 1/2 xm x v2
De kinetische energie van een voorwerp is recht evenredig met de snelheid van het voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Ek= 1/2 xm x v2
De chemische energie van een hoeveelheid benzine is recht evenredig met de massa van de hoeveelheid benzine
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

AHW
We hebben opdracht 16 net gedaan. Nu gaan we verder met 15 en 19.
Maak opdracht 13, 14, 17, 21, 22, 24 en 25.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Arbeid
Je kunt nu:
  • uitleggen wat energie is
  • uitleggen wat het verband is tussen energie en arbeid 
  • een aantal energiesoorten noemen en deze in toepassingen herkennen
  • rekenen met de formules voor kinetische energie, zwaarte-energie en chemische energie


Slide 24 - Slide

This item has no instructions