TV H6 Meervoud op -s, -en wwspelling en schrijven zonder fouten

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op stil?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je boek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
Een gebouw van vijftien voetbalvelden groot: dit gigantische distributiecentrum wordt gebouwd in Tiel. Gamma kan aan de slag met de bouw van het grootste pand van Tiel. Op het voormalige Maasglas- en ACG-terrein, op bedrijventerrein Kellen, komt het Nederlands-Belgisch distributiecentrum voor de bouwmarkten Gamma en Karwei. Bernardo van Hal 22-05-23 

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op stil?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je boek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
Een gebouw van vijftien voetbalvelden groot: dit gigantische distributiecentrum wordt gebouwd in Tiel. Gamma kan aan de slag met de bouw van het grootste pand van Tiel. Op het voormalige Maasglas- en ACG-terrein, op bedrijventerrein Kellen, komt het Nederlands-Belgisch distributiecentrum voor de bouwmarkten Gamma en Karwei. Bernardo van Hal 22-05-23 

Slide 1 - Slide

Welkom
B2C

Slide 2 - Slide

H6 Taalverzorging: Meervouden

Slide 3 - Slide

Agenda:
Leerdoel
Voorkennis
Uitleg
Controle leerdoel
Zelfstandig werken


Slide 4 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les:
weet je hoe je meervouden op -s  en -en- maakt.

Slide 5 - Slide

Voorkennis:
Kijk om je heen. Noteer zo veel mogelijk dingen waarvan je er twee of meer ziet. Bijvoorbeeld: ramen, kussens etc.

Slide 6 - Open question

BABY'S
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 7 - Quiz

SCHOEN
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 8 - Quiz

KOEIEN
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Zet -s achter het woord
De -s eraan vast: 
sticker – stickers; spelletje – spelletjes; vakantie – vakanties.

Gebruik s als je het woord anders verkeerd uitspreekt 
en na -y: 
echo – echo’s; taxi – taxi’s; menu – menu’s; ijslolly – ijslolly’s.

Slide 11 - Slide

Wanneer gebruik je 's?
A
Altijd als je een meervoud maakt op -s
B
Als het woord eindigt op een medeklinker en na -y
C
Als je het woord anders verkeerd uitspreekt en na -y
D
Nooit. Je moet gewoon de klinker verdubbelen.

Slide 12 - Quiz

Zet -en achter het woord
Bijvoorbeeld: lamp – lampen; tent – tenten; touw – touwen.

Soms moet je ook iets anders veranderen:
droom – dromen; 
mug – muggen; 
druif – druiven; 
kaas – kazen.

Slide 13 - Slide

Welke meervouden zijn goed?
A
Vleermuisen, golven, appelbolen
B
Vleermuizen, golfen, appelbollen
C
Vleermuizen, golfen, appelbolen
D
Vleermuizen, golven, appelbollen

Slide 14 - Quiz

Schrijf het meervoud op van:
asperge

Slide 15 - Mind map

Schrijf het meervoud op van:
taxi

Slide 16 - Mind map

Schrijf het meervoud op van:
druif

Slide 17 - Mind map

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Maken: blz. 224-227, opdracht 1 t/m 8.


Hoe
Je mag samenwerken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 18 - Slide

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Maken: blz. 228-231, opdracht 1 t/m 7.


Hoe
Je mag samenwerken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Maken: blz. 232-235, opdracht 1 t/m 3.


Hoe
Je mag samenwerken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 20 - Slide