NT2 Schrijfopdracht A1 WhatsApp

Ons nieuwe huis
Schrijfopdracht:
Maak een afspraak via WhatsApp
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Ons nieuwe huis
Schrijfopdracht:
Maak een afspraak via WhatsApp

Slide 1 - Slide

Hoe vaak, met wie en waarover app je?

Slide 2 - Open question

Schrijfopdracht WhatsApp
- Je schrijft een WhatsApp naar elkaar op 1 papier.
-A heeft een nieuw huis. A vraagt B om te komen kijken naar het nieuwe huis.
- A stelt vragen
- B geeft antwoord
- Spreek de dag af.
- Spreek af hoe laat.
- Weet B waar het huis is?    
- Als alles duidelijk is, zeg je dag.                                                                
                                                                 
                                                    

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Kom je kijken naar ons nieuwe huis?
Ja dat vind ik leuk.
Wanneer kun je?
Dinsdag.
Nee, dan kan ik niet, Dan moet ik naar school.
Kun je woensdag?
Ja dat is prima. Hoe laat?
Ik kan om half 2.
Oké. Tot woensdag!

 

Slide 4 - Slide

Belangrijk
- Werk samen.
- Praat Nederlands.
- Maak een afspraak.
- Help elkaar met het maken van goede zinnen, vergeet het werkwoord niet!
-  Helpen = NIET voorzeggen en overschrijven!
- Luister goed naar elkaar.

Slide 5 - Slide

Wat leer je? (doel)
- Je kan een afspraak maken
- A kan vragen stellen 
- Je kan zinnen maken 
(met onderwerp, werkwoord, rest van de zin)
- Je kan samenwerken 
- Je luistert goed naar elkaar

Slide 6 - Slide

Zinnen maken
- Elke zin heeft een onderwerp, werkwoord en rest van de zin.
Ik woon in een nieuw huis.
Je loopt naar het eind van de straat.
 
- Een werkwoord is een doe-woord. Dan doe je iets: gaan, staan, luister, schrijft, kom. 
- In elke zin moet een werkwoord staan.

Slide 7 - Slide

Begin de vraagzin met het werkwoord
Zet het werkwoord aan het begin van de zin, en het is een vraag.
Kom je koffie drinken?
Eet je mee vanavond?
Loop je altijd naar school?
Gaat ze naar de dokter?

Let op! Als je achter het werkwoord staat, geen t!

Slide 8 - Slide

Begin de vraagzin met een vraagwoord
Wie is die jongen?
Wat eten we vanavond?
Waar woon je?
Wanneer begint de les?
Waarom doe je dat?
Hoe gaat het?
Hoelang duurt de les?
Tot hoe laat duurt de les?                               Vergeet het vraagteken niet ?

Slide 9 - Slide

Samenwerken

1.  A Deeqa en B Wisam
2. A Dabir en B Milion
3. A Hadi en B Amal
4. A Maria en B Olena
5. A Mohammad en B Filip
6. A Taha en B Prani
 

Slide 10 - Slide

Kijk naar andere WhatsApps
- Je wisselt je schrijfopdracht met een ander groepje
- lees goed de WhatsApp van de andere groep
- Op het formulier tips en tops  vul je in:
- tops: 3 dingen die jullie goed vinden 
- tips: 2 dingen die beter kunnen

Slide 11 - Slide

Voorlezen
Lees samen je WhatsApp voor aan de klas!
Wat vind de andere groep ervan:
tops?
tips?

Slide 12 - Slide

Wat heb je geleerd?
Denk goed na over wat je hebt gedaan deze les en vul in:
- Heb je je doel gehaald?
- Hoe komt dat?
- Wat ga je de volgende keer anders doen?
- Wat ga je de volgende keer hetzelfde doen?
- Samen bespreken:
- Wat kan de juf anders doen? Wat moet de juf hetzelfde doen?

Slide 13 - Slide