This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat kon je aan het eind van de vorige les?
Slide 1 - Slide
Middeleeuwen
Renaissance
carpe diem
memento mori
Leven op aarde niet belangrijk
minder vertrouwen in de Kerk
Slide 2 - Drag question
Wanneer begint de Renaissance ongeveer?
A
1300
B
1450
C
1350
D
1550
Slide 3 - Quiz
Waarom begon de renaissance in Italië?
A
hier waren de meeste mensen katholiek
B
hier waren Romeinse overblijfselen
C
hier geloofden de mensen nog in Romeinse goden
D
hier was veel invloed vanuit de Arabische wereld
Slide 4 - Quiz
Het woord Renaissance betekent:
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Florence
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Geld
Maar Florence is niet de enige stad met een eigen munt.
Iedere stad heeft eigen munt -> geld wisselen
Speciale geldwisselaars -> banken
Slide 9 - Slide
Wisselbrieven
Slide 10 - Slide
Familie De Medici
Familie De Medici enorm rijk dankzij haar banken
Ook steeds meer macht in de stad Florence
Belangrijkste opdrachtgever voor veel kunstwerken en gebouwen
Lorenzo il Magnifico (de geweldige)
Slide 11 - Slide
De sinaasappelbomen hangen vol, een teken van overvloed en welvaart
Deze dames zijn gekleed in doorzichtige sluiers en nemen sierlijke poses aan.
De Romeinse liefdesgodin Venus. Boven haar zweeft haar zoontje, Cupido, klaar om zijn pijlen te richten op één van de drie dames.
Hier wordt de Griekse mythe van Chloris (godin van de bloemenwereld) en Zephyr (de westenwind) afgebeeld.
La Primavera (de lente), een schilderij van de Italiaanse schilder Sandro Botticelli. Hij maakte het schilderij omstreeks 1478 ter ere van het huwelijk van Lorenzo di Pierfranscesco de Medici. Het schilderij kwam in de slaapkamer van de bruid en bruidegom te hangen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Florence = renaissance
De Medici familie wordt rijk van het ontstane bankwezen
Slide 15 - Slide
Controle vragen
1. Kan ik de middeleeuwse manier van denken beschrijven?
2. Kan ik de aspecten van het veranderend mens en denkbeeld in de Renaissance beschrijven?
3. Kan ik uitleggen waarom Florence het centrum van de Renaissance werd?