This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
- Wat this, that, these, those betekenen
- Hoe je een zin kan maken met this, that, these, those.
This = dichtbij & enkelvoud
These = dichtbij & meervoud
That = verweg & enkelvoud
Those = verweg & meervoud
Opdrachten 18 t/m 21 over this, that, these & those
In stilte
15 minuten
Ben je klaar? Pak een nakijkboekje en ga nakijken