Een grafiek tekenen

Een grafiek tekenen
Lesdoelen:
  1. welke grafieken zijn er?
  2. terminologie(woordenschat) bij grafieken?
  3. Hoe teken je een grafiek?

1 / 17
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Een grafiek tekenen
Lesdoelen:
  1. welke grafieken zijn er?
  2. terminologie(woordenschat) bij grafieken?
  3. Hoe teken je een grafiek?

Slide 1 - Slide

lijngrafiel

Slide 2 - Slide

puntengrafiek

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Terminologie (woordenschat)
*tabel
*grafiek
*diagram
*assenstelsel
*x-as horizontale as
*y-as vertikale as
*schaalverdeling

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

wat is een grafiek ?
A
een verhaaltje
B
een plaatje over getallen
C
een rekenmachine
D
een tekening

Slide 8 - Quiz

Wat is de x-as?
A
schuine lijn
B
stippellijn
C
horizontale lijn
D
de diameter

Slide 9 - Quiz

Wat is de y-as?
A
een loodlijn
B
de hypotenusa
C
een diagonaal
D
een vertikale lijn

Slide 10 - Quiz

Grafieken tekenen
Je leert nu een grafiek tekenen bij een verhaaltje. 
Dit doen we met een stappenplan: (AS)
  1. Maak een tabel.
  2. Teken een assenstelsel.Zet een titel boven de grafiek.
  3. Schrijf bij de assen waar ze over gaan. (grootheid en eenheid)
  4. Zet er getallen bij=Schaalverdeling
  5. Teken de punten uit de tabel in de grafiek.
  6. (Bij regelmaat) Trek en rechte lijn waar mogelijk door de punten.

Slide 11 - Slide

Het verhaal:
Lou-lou heeft een reageerbuis met kaarsvet in een warmwater bad gestoken. Zij meer om de 10 s de temperatuur van het kaarsvet. Zij stop na 10 keer meten omdat dan al het kaarsvet gesmolten is. Haar temperatuur waarden (in graden celsius) waren: 18, 23,32,45,53,63,73,80,80,80.

Slide 12 - Slide

1. Maak een tabel en stuur hier een foto van op


Slide 13 - Open question

Teken het assenstelsel en geef dit stelsel een titlel. Stuur de foto op.

Slide 14 - Open question

Maak nu de grafiek af en stuur opnieuw een foto.

Slide 15 - Open question


Iemand heeft een snelheid van 5 m per seconde
Deze persoon loopt gedurende 10 s met deze snelheid.
Maak de tabel en teken de grafiek erbij. Stuur een foto van jou resultaten.


Slide 16 - Open question

EINDE

Slide 17 - Slide