vitaal les 3

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Vorige les:

Verslavingen en drugs

Wat is een geestelijke verslaving?

1. LSD
2. Telefoon
3. Koffie

Wat is een lichamelijke verslaving?

1. Alcohol
2. Drugs
3. Allebei

Les 3

Seksualiteit

Waar denk je aan bij seksualiteit?

Seksualiteit

Voor iedereen betekent seksualiteit iets anders.

In deze les besteden we aandacht aan seksualiteit en dingen die daarbij komen kijken

Seksuele geaardheid

• Op welk geslacht je valt
• Aangeboren
• Acceptatie
• LHBTIQA+
  

Genderneutraal

Geen onderscheid makend tussen de jongen of meisje en de daaraan toegeschreven eigenschappen, gedragingen en voorkeuren. 

- Er is een verschil tussen genderneutraal zijn en genderneutraliteit.

Wat vind jij? Waar moeten we volgens jou naartoe?

Waar staat LHBTIQA+ voor?

1. Van de eerste keer vrijen kun je niet in verwachting raken.

1. Waar
2. Niet waar

2. Meisjes kunnen ook in verwachting raken als ze ongesteld zijn.

1. Waar
2. Niet waar

3. Een jongen heeft meer behoefte aan seks dan een meisje.

1. Waar
2. Niet waar

4. Een jongen krijgt pas een erectie als hij seksueel opgewonden is.

1. Waar
2. Niet waar

5. In het voorvocht (vocht wat vrijkomt vlak voordat een jongen klaarkomt) kunnen ook zaadcellen zitten.
Dat kan er dus voor zorgen dat een meisje zwanger raakt.

1. Waar
2. Niet waar

6. Het maagdenvlies sluit de ingang van de vagina af.

1. Waar
2. Niet waar

7. Een jongen die een erectie heeft, doet dit bewust.

1. Waar
2. Niet waar

8. Als een jongen grote voeten heeft dan heeft hij waarschijnlijk ook een grote penis.

1. Waar
2. Niet waar

9. Hoe groter een penis, hoe meer sperma eruit komt.

1. Waar
2. Niet waar

10. Een erectie gaat pas over na een zaadlozing.

1. Waar
2. Niet waar

11. Een jongen die een natte droom heeft, droomt over iets waar hij opgewonden van raakt.

1. Waar
2. Niet waar

12. Veilig vrijen is het voorkomen van zwangerschap en het voorkomen van een soa.

1. Waar
2. Niet waar

13. Van tongzoenen kun je geen aids krijgen.

1. Waar
2. Niet waar

14. Twee condooms over elkaar zijn veiliger dan een enkel condoom.

1. Waar
2. Niet waar

15. Seks is alleen maar fijn als je allebei klaarkomt.

1. Waar
2. Niet waar

16. Je kunt alleen maar zwanger worden als de penis in de vagina is geweest.

1. Waar
2. Niet waar

17. Je kunt ook een tampon gebruiken om niet zwanger te worden.

1. Waar
2. Niet waar

18. Homo's hebben meer kans om aids te krijgen dan hetero's.

1. Waar
2. Niet waar

19. Als een dame zich goed wast na seks, heb je minder kans op zwangerschap en loop je minder risico om een soa te krijgen.

1. Waar
2. Niet waar

Gaat een SOA altijd vanzelf over?

1. Ja, maar het kan wel even duren. Als je wilt dat het snelller gaat kun je altijd naar de huisarts gaan.
2. Nee, niet als je klachten hebt. Dan moet je naar de huisarts gaan.
3. Meestal wel. Alleen HIV/AIDS gaat niet vanzelf over.
4. Nee, SOA's gaan nooit vanzelf over.

Kun je een ander besmetten met een SOA als je zelf geen klachten hebt?

1. Ja, altijd
2. Nee, nooit
3. Alleen in de eerste week dat je de SOA hebt
4. Soms wel, soms niet

Kan je onvruchtbaar worden van een SOA?

1. Ja
2. Nee
3. Alleen mannen
4. Alleen vrouwen

Heeft een meisje die de pil gebruikt ook minder kans op een SOA?

1. Ja
2. Nee
3. Ja, maar niet in de stopweek

Opdracht

Kies een SOA en Schrijf de volgende dingen op:

1. Hoe kun je de SOA krijgen?

2. Welke gevolgen heeft deze SOA?

3. Hoe werkt een SOA-test?

4. Hoe kom je af an de SOA?

Lever in op Teams