AOS/ACS 1 periode 2 les 4 23/24

Les 4

- Je kunt een persoon omschrijven
- Je kan zeggen of je iets leuk vindt of niet
- Je kan een datum geven en vertellen wanneer je jarig bent





1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Les 4

- Je kunt een persoon omschrijven
- Je kan zeggen of je iets leuk vindt of niet
- Je kan een datum geven en vertellen wanneer je jarig bent





Slide 1 - Slide

MP TB p. 35 Tarea 6b
Omschrijf een bekend persoon en gebruik daarvoor ongeveer 8 bijvoeglijke naamwoorden.

Voorbeeld
Es un hombre muy deportista.  Tiene la nacionalidad española. Vive en Mallorca. Es un tenista famoso y muy popular. Es muy alto y moreno. Su mujer no es famosa pero es muy guapa, es morena y delgada.

Slide 2 - Slide

Opdrachten P2 Les 3

Maken:
MP H3
WB 7, 8, 11(pag 32-33)

Leren:
woordenlijst H3 TB p. 167



Slide 3 - Slide

WB p. 32 tarea 9

Slide 4 - Slide

WB p. 33 tarea 10

Slide 5 - Slide

MP TB p. 36
8. a ¿Te gusta trabajar en equipo?
Maak de test. Wat voor type collega ben jij?

Slide 6 - Slide

gustar

Slide 7 - Slide

Me gusta               el fútbol
                                   la pizza
                                   bailar

Me gustan            las vacaciones
                                  los viajes  
gustar

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

MP TB p. 36
9 Me gusta
a. Wat vind je leuk of lekker, en wat niet? Zet de begrippen in de juiste kolom.

Slide 10 - Slide

MP TB p. 37
10. Un regalo de cumpleaños
a.  De collega's van Marta willen een verjaardagscadeau voor haar kopen. Luister naar het gesprek en kruis de voorwerpen aan die genoemd worden.


b. Luister naar het gevolg van het gesprek. Wat hebben ze gekocht?

Slide 11 - Slide

Meses del año
¡Mi cumpleaños es el 24 de julio!

¿Y tu cumpleaños? 

¿Cuándo es tu cumpleaños?

Slide 12 - Slide

Opdrachten les 4

Maken:
MP H3
WB 127 t/m 17 (pag 34-35)
Leren:
woordenlijst H3 p. 168 t/m 7



Slide 13 - Slide