Hoofdstuk 3 - les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands

• Betrouwbaarheid bronnen
• Werken aan weektaak 

Bronnen op internet

Hoe weet je of bronnen betrouwbaar zijn?

• geschreven door een deskundige
  
• geschreven door iemand die neutraal is
  
• de informatie is actueel 

Welke informatie is volgens jou het meest betrouwbaar?

1. Een artikel op Facebook van je buurvrouw
2. Een artikel in een tijdschrift.
3. Een verhaal op Wikipedia.

Dekundigheid van de auteur

Datum van publicatie (actueel?)

• Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder....
  

Waarom is dat zo?

Neutrale schrijver (objectief)

• Feiten en meningen

Voor- en nadelen

Wie is de schrijver? 

Heeft hij al een voorkeur?

• Feiten: controleerbaar
• Meningen: iets wat iemand vindt

• Een betrouwbaar artikel is

       gebaseerd op feiten

Zelf bronnen gebruiken

• Let goed op of jouw bron zelf ook (goede) bronnen gebruikt.
• Check altijd meerdere bronnen.

Des te meer goede bronnen dezelfde informatie geven, hoe betrouwbaarder de informatie is!

Meningen...

Wanneer zijn meningen wel betrouwbaar?

Denk aan het voorbeeld:

Mevrouw Mellink zegt dat zij een bepaalde tandpasta niet goed vindt.

De tandarts zegt dat hij een bepaalde tandpasta niet goed vindt. 

Verkoper van vitaminepillen die zegt: 'Het beste is om drie vitamine-C-pillen per dag in te nemen. Dat werkt goed tegen ziektes.'

1. Wel betrouwbaar, niet deskundig
2. Niet betrouwbaar, wel deskundig
3. Allebei
4. Geen van beide

Docent wiskunde: 'De rekenmachines van het merk Casio werken het fijnst.'

1. Wel betrouwbaar, niet deskundig
2. Niet betrouwbaar, wel deskundig
3. Allebei
4. Geen van beide

Dokter: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten, daardoor word je fit.'

1. Wel betrouwbaar, niet deskundig
2. Niet betrouwbaar, wel deskundig
3. Allebei
4. Geen van beide

Eigenaar van de sportschool: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten en onze sportdrankjes drinken, daardoor word je fit.'

1. Wel betrouwbaar, niet deskundig
2. Niet betrouwbaar, wel deskundig
3. Allebei
4. Geen van beide

Weektaak

Wat? H3 opdracht 14, 15 en 16

Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen

Hulp? Steek je hand op

Tijd? 15 minuten

Klaar? Lezen in je boek

Werk in stilte!