TL4 Verbranding

Verbranding:
volledig en onvolledig
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Verbranding:
volledig en onvolledig

Slide 1 - Slide

Vuur is een verbrandingsverschijnsel

Slide 2 - Slide

De voorwaarden

Slide 3 - Slide

Verbranding

  • Een verbranding is een reactie van een brandstof met zuurstof.
  • Bij een verbranding ontstaan verbrandingsgassen en warmte.
        
          Brandstof + zuurstof (g) => verbrandingsproduct(en)


Slide 4 - Slide

Volledige verbranding
Een volledige verbranding gebeurt als er voldoende zuurstof is. 

Bij de verbranding van CH4 ontstaat CO2 en H2O.


Slide 5 - Slide

Volledige verbranding
 - koolstofdioxide
onvolledige verbranding
- koolstofmonooxide
  • giftig 
  • geurloos
  • kleurloos

Slide 6 - Slide

Giftige CO 

Slide 7 - Slide

Stel de verbrandingsreactie van methaan op. Bij voldoende zuurstof. Vergeet niet de fase aan te geven.

Slide 8 - Slide

Volledige verbranding

Slide 9 - Slide

Stel de reactievergelijking op voor de verbranding van 
IJzer (III)
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

verbrandingsproducten aantonen

CO2 met ............

H2O met .............

Slide 12 - Slide

verbrandingsproducten aantonen

 

CO2 met helder kalkwater
H2O met koud glas/voorwerp

Slide 13 - Slide

Explosie = snelle verbranding

Slide 14 - Slide

Voorwaarden explosies
Bij een explosieve verbrandingsreactie moeten de fijn verdeelde brandstof en de zuurstof in de juiste verhouding gemengd zijn

Er treedt een heftige reactie op waarbij gasvormige producten ontstaan, die veel ruimte nodig hebben dan de beginstof.

Slide 15 - Slide

Explosief
Binas 39

Slide 16 - Slide

Explosie
1) Zeer snelle verbranding door verdelingsgraad er ontstaan verbrandingsgassen. Gassen zetten erg snel uit. Door de vergroting van de druk kans op explosie.
2) Door andere chemische reacties kunnen ook gassen ontstaan.
3) explosieve decompressie.  Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer bij een lek in een leiding onder hele hoge druk het gas met een drukgolf vrijkomt, zoals bij een lek in een aardgasleiding.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Langzame verbrandingen
  • Bijv. je lichaam dat energie haalt uit stoffen die in het voedsel aanwezig zijn.
  • Lichaam heeft geen hoge temperatuur nodig om voedsel te verbranden.
  • Verbranding zonder vuurverschijnsel
  • Ander voorbeeld is ijzer dat gaat roesten                                            ofwel oxideren.

Slide 20 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 1
Begin altijd met het opstellen van de reactievergelijking
Zorg dat de RV kloppend is.

Onthoud:

Wet van behoud van massa
massa voor de reactie = massa na de reactie

Slide 21 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 2

Bepaal de molecuulmassa van alle stoffen.

Slide 22 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 3

Vermenigvuldig de molecuulmassa met de coëfficiënt. Als tussenstap noteer je de coëfficiënt, ook als die 1 is.

Slide 23 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 24 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 25 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 26 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties
Bereken hoeveel waterstof gas ontstaat wanneer er 20 gram waterstofperoxide (h2O2) gas ontleedt?

Slide 27 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties
massaverhouding H2O2 : H2 : O2  = 9 : 8 : 1

Slide 28 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties
Overmaat/ondermaat
Als van een beginstof te veel aanwezig is, blijft er na afloop van die stof een gedeelte over. Dit overschot wordt de overmaat genoemd. 



Slide 29 - Slide

Rekenen aan verbrandingsreacties
Oefenen met overmaat (op bord)
26 g magnesium reageert met 20 g zuurstof

1. bereken welke stof in overmaat is

start met bereken hoeveel magnesium 
er met 20 g zuurstof reageert. 

Afbeelding 2: verbranding van magnesium

Slide 30 - Slide