H 1.2 Veiligheid

1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Herhalen
  • Lesdoelen
  • Veiligheid practicum
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn stofeigenschappen?
A
kenmerk van een stof
B
massa van een stof
C
volume van een stof
D
Moleculen enzo

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je leert hoe je veilig omgaat met stoffen.
  • Je leert wat voor materialen je gebruikt tijdens een experiment.
  • Je leert een natuurwetenschappelijk onderzoek uitvoeren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid

Er zijn negen gevarenpictogrammen afgesproken.
Zo weten werknemers overal ter wereld hoe ze moeten omgaan met deze stoffen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent dit gevarenpictogram?
A
giftig
B
explosief
C
gevaar milieu
D
schadelijk

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit gevarenpictogram?
A
licht ontvlambaar
B
explosief
C
onder hoge druk
D
giftig

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Gevarenpictogrammen
Giftige stoffen
Ontplofbare stoffen
Gevaar milieu
Ontvlambare stoffen

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Oxiderende stoffen
Gevaar gezondheid
Schadelijke stoffen
Corrosieve stoffen

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat betekent dit gevarenpictogram?
A
schadelijk
B
gevaar gezondheid
C
gevaar milieu
D
licht ontvlambaar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit gevarenpictogram?
A
gevaar milieu
B
schadelijk
C
explosief
D
gevaar gezondheid

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit gevarenpictogram?
A
gevaar milieu
B
explosief
C
corrosief
D
licht ontvlambaar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Veiligheid Practicum
  • Let op de gevarensymbolen
  • H-zinnen (Hazard/ gevaren) & P-zinnen (prevention/ voorkomen)
  • Regels practicum
  • Practicummateriaal 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Regels practicum
  • Tassen in de hokken, niet in het lokaal. 
  • Lab-jassen aan en dicht & lange haren in een staart.
  • Vuur --> bril op
  • Stoffen niet aanraken of in je mond stoppen.
  • Ruiken aan een stof? Niet doen.
  • Na het practicum, handen wassen.
  • Twijfel je ergens over? Vraag het de docent of de TOA.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Bovenste rij, van links naar rechts:
reageerbuisrekje, reageerbuisborstel, reageerbuisklem, reageerbuis, nooddouche.

Onderste rij, van links naar rechts:
Gasbrander (bunsenbrander), gaasje, spuitfles, kroezentang, driepoot.

De nooddouche mag alleen gebruikt worden in nood. Wordt de douch gebruikt, zonder dat daar de nood voor is, dan wordt dat streng bestraft.

Slide 18 - Slide

Op de gasbrander zitten 2 draaiknoppen.

Onderaan de brander zit een zwarte knop. Dit is de gasregelaar. Je draait aan deze knop om de hoeveelheid gas te bepalen. 
Onderaan de schoorsteen (die recht om hoogstaande toren), zit een draaischijf. Dit is de luchtregelaar. Met deze schijf regel je hoeveel lucht er bij komt.

gas beetje open, lucht dicht: gele vlam
gas beetje open, lucht beetje open: kleurloze vlam

gas beetje open, lucht helemaal open: ruizende vlam. Deze gebruiken we alleen als dit gezegd wordt, anders gebruik je deze nooit.
Hoe noem je dit voorwerp?
A
reageerbuisklem
B
reageerbuis
C
driepoot
D
kroezentang

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je dit voorwerp?
A
reageerbuis
B
brander
C
gaasje
D
spuitfles

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je dit voorwerp?
A
nooddouche
B
gratis douche
C
reageerbuisdouche
D
mono-poot

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat mag je nooit met stoffen doen?
A
aanraken en proeven
B
aanraken en ruiken
C
proeven en ruiken
D
aanraken en kijken

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Stappenplan uitvoeren experiment
  1. Onderzoeksvraag opstellen.
  2. Experiment bedenken waarmee onderzoeksvraag kan worden beantwoord.
  3. Werkplan maken.
  4. Experiment uitvoeren.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Uitvoeren van een experiment:
  • Je doet iets (handelen)
  • Je kunt iets zien, ruiken of horen (waarnemen)
  • Door na te denken over je waarnemingen kom je tot een conclusie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waarnemingen zijn objectief!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat gaat hier allemaal fout?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maak opdracht 17 t/m 25

Slide 27 - Slide

This item has no instructions