02. Etymologie

Welkom: denk aan de regels!
1. Jas op de kapstok
2. Petten af
3. Telefoon in de telefoontas
4. Kauwgom uit
5. Pak je spullen alvast
6. Tas van tafel
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom: denk aan de regels!
1. Jas op de kapstok
2. Petten af
3. Telefoon in de telefoontas
4. Kauwgom uit
5. Pak je spullen alvast
6. Tas van tafel

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht (5 minuten)
  2. Uitleg etymologie (15 minuten)
  3. Opdracht 1 samen maken (10 minuten)
  4. Zelf aan de slag (20 minuten, eerste 10 minuten in stilte)

Slide 2 - Slide

Wat is etymologie?
1.1: Ewa's achternaam is Capone. Is dat toeval denk je?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Etymologie
  • Woorden zijn op een bepaald moment ontstaan of vanuit een andere taal in het Nederlands gekomen.
  • Het bestuderen van de herkomst en betekenis van woorden noemen we dus etymologie. Je kunt dit dus ook de historische verklaring voor een woord noemen.

Slide 5 - Slide

Hoe komen woorden in talen terecht?
  • Via de brontaal - Nederlands, Duits en Engels zijn Germaanse talen en lijken daarom veel op elkaar. We noemen ze ook zustertalen.
  • Als Leenwoorden - op een later moment zijn woorden uit andere talen 'geleend'. Soms hoor je het meteen, soms zit het al zo lang in de taal dat je niet meer weet dat het een leenwoord is.

Slide 6 - Slide

Tijd voor een spelletje
  • Denk twee minuten goed na en schrijf voor jezelf zo veel mogelijk leenwoorden op. 
  • Vervolgens krijgt iemand de beurt en die noemt een leenwoord. Daarna krijgt een klasgenoot de beurt. We gaan net zo lang door tot er een fout wordt gemaakt of iemand geen leenwoord meer weet.

Slide 7 - Slide

Nederlandse leenwoorden
  • Ook andere talen kennen leenwoorden.
  • Het Amerikaans heeft zelfs een flink aantal Nederlandse leenwoorden. Hoe zou dat komen denk je? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Opdracht 1
  • Opdracht 1.1 wordt klassikaal besproken.
  • Je krijgt te zien hoe je de betekenis van moeilijke woorden in een tekst kan vinden.
  • Daarna maak je zelfstandig opdracht 1.2 en 1.3.

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag, succes!
Lees: het groene kader op pagina 110.
Maak: opdracht 3, 4, 5 en 7 op pagina 111 t/m 113 van je boek. Opdracht 3.4 mag je overslaan.
Tijd: tot het einde van de les. De eerste tien minuten werken we in stilte. Daarna mag je op fluistertoon met je buurvrouw/buurman overleggen.
Hulp: kom je er samen niet uit? Steek je hand op en dan kom ik je graag helpen.
Klaar met de opdrachten? Begin met opdracht 1 op pagina 115 van je boek.
timer
10:00

Slide 11 - Slide