Maatschappijleer Jongeren

1 / 32
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
  • Instapopdracht
  • Theorie
  • Zelfstandig werken
  • Nabespreken
  • Groepsopdracht
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Instapopdracht

Pak pen en papier


Je krijgt twee filmpjes te zien


Schrijf op welk  'opvallend gedrag' je ziet

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Waar gaan we het volgens jullie over hebben?

Slide 6 - Mind map

Na vandaan ken je/kun je
Begrippen: gedrag, socialisatie, nature vs nurture, normen en waarden

Je weet waar het socialisatieproces plaats vindt.

Je kan het verschil uitleggen tussen nature en nurture en hierover je mening geven.

Slide 7 - Slide

Gedrag = een respons op een prikkel
prikkel: iets wat je ziet, hoort, proeft, voelt, ruikt
respons: reactie: wat je dan doet

Slide 8 - Slide

Wat doe je?

Slide 9 - Slide

er is hard lawaai

Slide 10 - Open question

stomp tegen je rug

Slide 11 - Open question





Aangeboren of aangeleerd?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is volgens jou belangrijker: nurture of nature?

Slide 15 - Mind map

Aangeboren of Aangeleerd?

Slide 16 - Slide

Normen en waarden

Norm:  Een gedragsregel


Waarde:  Gedrag dat belangrijk wordt gevonden


Normen en waarden kunnen per cultuur verschillen.

Slide 17 - Slide

Bedenk een norm bij de waarde eerlijkheid

Slide 18 - Open question

Bedenk een norm bij de waarde gezondheid

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Noem 5 mensen of plaatsen in je leven die bijdragen aan jouw socialisatie?
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Groepsopdracht
Maak een kort filmpje waarin jullie laten zien welke waarden en normen voor jullie belangrijk zijn.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Waarden uit de groep

Slide 25 - Mind map

QuiZzzzzz

Slide 26 - Slide

Welk van de volgende eigenschappen is aangeboren?
A
dat je een wiskundige som kunt oplossen
B
dat je verlegen bent

Slide 27 - Quiz

Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag. Welke is het belangrijkst voor kleine kinderen?
A
Het gezin
B
De media
C
Het geloof
D
De overheid

Slide 28 - Quiz

Een voorbeeld van een norm is
A
Eerlijkheid
B
Tolerantie
C
Rechtvaardigheid
D
Niet pesten

Slide 29 - Quiz

Nurture betekent:
A
Dat je voornamelijk bent door je opvoeding
B
Dat je voornamelijk bent door je genen

Slide 30 - Quiz

Stel een vraag over de les van vandaag

Slide 31 - Open question

Een tip of top over de les van vandaag

Slide 32 - Open question