Theorieles blok 2.6 - les 4

Theorieles Specifiek
Blok 2.6 - les 4
1 / 41
next
Slide 1: Slide
TandartsassistentMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Theorieles Specifiek
Blok 2.6 - les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
  • Proeftoets

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Een patiënt van 8 jaar is op zijn voortand gevallen, waarom kan er geen gewone endo gedaan worden.
A
Wegens vele laterale kanalen bij jonge elementen
B
Wegens het brede wortelkanaal ter plaatse van de apex bij een jong element
C
Wegens zeer smalle wortelkanaal bij de apex bij jongeren
D
Wegens de moeilijke toegang tot het wortelkanaal bij jongeren

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Als je ouder wordt kunnen zenuwkanalen oblitereren. Welke afzetting is hiervan de oorzaak?
A
Primair dentine
B
Tertiair dentine
C
Secundair dentine
D
Reparatief dentine

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De pulpa heeft verschillende functies. Eén van de functies van de pulpa is:
A
Opvangen van kauwkrachten
B
Vasthouden van de gebitselementen
C
Vormen van glazuur
D
Verzorgen van de afweer

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De voortand van een patiënt wordt steeds donkerder en is grijsachtig verkleurd, wat is hier waarschijnlijk aan de hand?
A
Obliteratie van een lateraal kanaal
B
Een necrotische pulpa
C
Een doorschijnende stiftopbouw
D
Een geïrriteerde pulpa

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is nog NIET van toepassing bij een acute pulpitis?
A
Temperatuur gevoelig
B
Is duidelijk te zien op een röntgenfoto
C
Kan het gevolg zijn van een trauma
D
Is erg pijnlijk

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk van onderstaande instrumenten zal doorgaans in het wortelkanaal geplaatst worden bij het maken van een lengtefoto?
A
Een lentulonaald
B
Een ruimer
C
Een wortelkanaalstopper
D
Een extirpatienaald

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De tandarts vraagt of jij de cofferdam voor de endo behandeling wilt plaatsen en gaat intussen naar de bakker. Mag dat?
A
Nee, want de tandarts moet in het gebouw zijn om in te kunnen grijpen
B
Ja, want de assistente heeft de opdracht aangenomen
C
Nee, want alleen de tandarts mag deze handeling doen
D
Ja, want het is geen voorbehouden handeling

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een patiënt heeft een verkleurde voortand na een correcte endo. Element is geheel intact. Welke behandeling is logisch?
A
Vervaardigen van een kroon op het verkleurde element
B
Vervaardigen van een facing voor het verkleurde element
C
Uitwendig bleken van het verkleurde element
D
Inwendig bleken van het verkleurde element

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een patiënt heeft spontane pijn, 's nachts wordt het erger, minder pijn bij koude prikkels. Welke aandoening is het?
A
Acute apicale parodontitis
B
Acute pulpitis
C
Chronische pulpitis
D
Chronische apicale parodontitis

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Patiënt heeft last van de volgende klachten: pijn bij warm en koud maar na slikken van pijnstiller zakt de pijn direct.
A
Necrotische pulpa
B
submuceus abces
C
reversibele pulpitis
D
irreversibele pulpitis

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vanwege een diepe caviteit is er een pulpa aandoening ontstaan. Van welke iritatievorm is hier sprake?
A
Bacteriële irritatie
B
Thermische irritatie
C
Chemische irritatie
D
Mechanische irritatie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn laterale kanalen?
A
Kanalen die tussen twee wortels lopen
B
Fijne vertakkingen van het wortelkanaal vooral rond de apex
C
Hulpkanalen
D
Fijne vertakkingen van de pulpakamer

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke preparatiemethode wordt toegepast voordat het kanaal wordt afgesloten volgens de laterale condensatiemethode?
A
De vijlmethode
B
De spoelmethode
C
De ruimmethode
D
De step-back methode

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Als een patiënt met een pijnklacht komt die waarschijnlijk bij de pulpa ligt, onderzoekt de tandarts het gebit. Hij doet onder anderen een percussietest. Wat houdt dit in?
A
Zo wordt de sensibiliteit van de pulpa getest
B
Zo wordt de vitaliteit van de pulpa getest
C
Zo wordt de klopgevoeligheid van het element getest
D
Zo wordt het element gecontroleerd op fracturen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat houdt de CEB-score in?
A
Hiermee onderzoek je of de endo gecompliceerd is of niet
B
Hiermee onderzoek je wat de DETI is
C
Hiermee onderzoek je of de endo al eens eerder uitgevoerd is
D
Hiermee onderzoek je de moeilijkheidsgraad van de endo

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Met wat voor soort sonde worden de kanaalingangen opgezocht?
A
Sikkelsonde
B
Pocketsonde
C
Haaksonde
D
Rechte sonde

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Met welk instrument worden bij de laterale condensatietechniek de gutta-percha-stiften tegen de wand van het kanaal gedrukt?
A
Ruimer
B
Head carrier
C
Stopper
D
Spreader

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke vijl noemen we de hoofdvijl?
A
De dikste vijl die is gebruikt bij de preparatie van het wortelkanaal
B
De dikste vijl waarmee de definitieve lengte is gevijld
C
De vijl waarmee de kanaalingangen zijn opgezocht
D
De langste vijl die tot de definitieve lengte is gevijld

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat houdt een indirecte pulpa-overkapping in?
A
Er wordt een calciumhydroxide onderlaag aangebracht op een geëxponeerde pulpa
B
Er wordt een calciumhydroxide onderlaag aangebracht op carieus dentine
C
Er wordt een calciumhydroxide onderlaag aangebracht op een pulpa-amputatie
D
Er wordt een calciumhydroxide onderlaag aangebracht in het kanaal van een niet-afgevormde wortel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer wordt apaxfixatie toegepast?
A
Bij melkelementen
B
Bij blijvende elementen waarvan de wortel nog niet is afgevormd
C
Bij geoblitereerde wortelkanalen
D
Bij wortelfracturen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Op welke manier wordt de centrale relatie het preciest bepaald?
A
Guided-closure techniek
B
Door de patiënt te laten slikken en daarna dicht te laten bijten
C
Door de patiënt met het puntje van zijn tong achter tegen het gehemelte dicht te laten bijten
D
Met een pijlpuntregistratie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Volgens welke methode kun je het best een immediaatprothese maken?
A
De molaren en premolaren extraheren en dan drie maanden later de prothese maken en de frontelementen extraheren
B
De prothese vervaardigen en direct na het extraheren van alle natuurlijke elementen de prothese plaatsen
C
Eerst de molaren trekken en na drie maanden de prothese maken
D
Eerst alle elementen extraheren en dan de prothese maken

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een exostose kan de oorzaak zijn dat het maken van een prothese moeilijk of niet mogelijk is. Wat is een exostose?
A
Een ondersnijding
B
Een botkam
C
Uitstulping van het kaakbot en scherpe botuitsteeksels
D
Een flabby ridge

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De term ‘mucosaal gedragen’ is van toepassing op:
A
Een kroon
B
Een brug
C
Een prothese
D
Een implantaat

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat houdt de occlusie in?
A
Het dynamische contact tussen OK en BK
B
Het statische contact tussen OK en BK
C
De laterale articulatie vanuit occlusie
D
De protrale articulatie vanuit occlusie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De laterale (zijwaartse) articulatie kan volgens twee patronen verlopen: de cuspidaatgeleiding en de groepsgeleiding. wat houdt de groepsgeleiding in?
A
De OK schuift van links of rechts waarbij alleen de cuspidaten aan de betreffende kant contact maken. De kauwbeweging wordt door de cuspidaten gedragen.
B
De OK schuift van links of rechts waarbij de cuspidaten en (pre)molaren elkaar raken aan de betreffende zijde. De kauwbeweging wordt door deze elementen gedragen.
C
De OK schuift van links of rechts waarbij de cuspidaten, premolaren en eerste twee molaren elkaar raken aan de betreffende zijde. De kauwbeweging wordt door deze elementen gedragen.
D
De OK schuift van links of rechts waarbij de premolaren en de molaren elkaar raken aan de betreffende zijde. De kauwbeweging wordt door deze elementen gedragen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Ragaden ontstaan bij een...
A
Te lage beethoogte
B
Te hoge beethoogte

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist:
A
De BK en OK slinken na verlies van elementen even snel
B
De BK slinkt na verlies van elementen sneller dan de OK
C
De OK slinkt na verlies van elementen sneller dan BK

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Door het slinken van de kaken bij een edentate patient ontstaat er meer ruimte in de mond waardoor de tong in omvang toeneemt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Voordat een nieuwe prothese gemaakt wordt, moeten geïrriteerde weefsels genezen zijn. Hoe wordt dit bereikt?
A
Prothese tijdje uitlaten
B
Randen inkorten
C
Opvullen tissue-conditioner
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de oorzaak
van het probleem
bij foto B?
A
De patiënt heeft geen prothese in
B
De kaakwallen zijn geresorbeerd
C
De beet is te hoog
D
De freeway space is groter geworden

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het nadeel van een immediaatprothese?
A
Het is erg pijnlijk
B
De prothese gaat na verloop van tijd losser zitten
C
De extractiewonden genezen minder snel
D
Het is een lange behandeling

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welke elementen worden als eerst getrokken voor een immediaatprothese?
A
Frontelementen
B
Molaren
C
Premolaren
D
Zijdelingse delen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Op welke manier wordt de centrale relatie het preciest bepaald.
A
Guided closure-techniek
B
Door de patiënt te laten slikken en vervolgens dicht te laten bijten
C
Door de patiënt met het puntje van zijn tong achter tegen het gehemelte dicht te laten bijten
D
Met een pijlpuntregistratie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je de uithollingen in de pijlerelementen, waar de metalen occlusale steunen van het frame precies in vallen?
A
Precisieverankering
B
Steunfossae
C
Ankers
D
Zadel

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een star frame?
A
Een volledig parodontaal gedragen frame
B
Kauwkrachten worden verdeeld over de pijlerelementen en het tandvlees

Slide 38 - Quiz

Antwoord B = een krachtbrekend frame. Het frame wordt dan gedeeltelijk parodontaal en gedeeltelijk mucosaal gedragen. Dit noemen we dan een krachtbrekend frame.
Wat houdt precisieverankering in?
A
Er worden dan kronen geplaatst waaraan een slotje wordt gemaakt. Dit is voor het houvast.
B
Er wordt dan een steg gemaakt waarop de prothese rust. Dit is voor een betere krachtverdeling.
C
Er worden uithollingen gemaakt voor de ankers: steunfossae. Dit is voor de retentie.

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welke kaak slinkt het meest?
A
BK
B
OK

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Zo.... dit was het ;)
Hopelijk nu goed voorbereid voor de toets!


Nog vragen?

Succes allemaal!

Slide 41 - Slide

This item has no instructions