5H Beco H34.2

34.1
I: Transitorische posten tellen mee bij de CR
II: Voorzieningen tellen mee bij de CR
A
Beide stellingen onjuist
B
I juist II onjuist
C
I onjuist II juist
D
Beide stellingen juist
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

34.1
I: Transitorische posten tellen mee bij de CR
II: Voorzieningen tellen mee bij de CR
A
Beide stellingen onjuist
B
I juist II onjuist
C
I onjuist II juist
D
Beide stellingen juist

Slide 1 - Quiz

34.5
De Current Ratio is ...(1), want de vlottende activa en liquide middelen zijn procentueel ...(2) gestegen dan het kort vreemd vermogen
A
1 gedaald 2 minder
B
1 gedaald 2 meer
C
1 gestegen 2 minder
D
1 gestegen 2 meer

Slide 2 - Quiz

5H Beco H34 Cashflow

Slide 3 - Slide

De liquiditeitspositie van een onderneming verbetert als de ontvangsten groter zijn dan de uitgaven.

Bij de berekening van de nettowinst zijn de afschrijvingskosten er af gehaald, maar bij afschrijvingskosten gaat er geen geld het bedrijf uit.

Bij afschrijving kunnen verschillende methoden worden gebruikt en dat maakt het lastiger om bedrijven met elkaar te vergelijken.

Slide 4 - Slide

Cashflow = Nettowinst + Afschrijvingen

Cashflow = Resultaat voor belasting - Vennootschapsbelasting + Afschrijvingen

Slide 5 - Slide

Opdracht afschrijvingen
22.15a en 22.17a

Slide 6 - Slide

Opdracht afschrijvingen
22.15 gebouwen
125.000 - 120.000 = 5.000

22.15 machines
80.000 + 30.000 = 110.000
110.000 - 85.000 = 25.000

Slide 7 - Slide

Opdracht afschrijvingen
22.17 gebouwen
500.000 - 20.000 = 480.000
dus € 0,-

22.17 machines
830.000 - 230.000 = 600.000
1.110.000 - 600.000 = € 510.000

Slide 8 - Slide

Vaste activa 31/12 = Vaste Activa 1/1 + Investeringen - Afschrijvingen

Afschrijvingen = Vaste Activa 1/1 + Investeringen - Vaste Activa 31/12

Slide 9 - Slide

Hw.
Opgaven 34.8 en 34.9

Slide 10 - Slide