Havo H34 Kengetallen - Les 2

Havo H34 Kengetallen - Les 2
34.3 Cashflow
34.4 Solvabiliteitskengetallen


1 / 22
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Havo H34 Kengetallen - Les 2
34.3 Cashflow
34.4 Solvabiliteitskengetallen


Slide 1 - Slide

Rekenmachine, werkboek, schrift en pen binnen handbereik?

Slide 2 - Slide

Cashflow
  • Geeft beter beeld van winstgevendheid dan bijvoorbeeld dividendpercentage: de ene onderneming reserveert meer winst, dan de andere onderneming.
  • Geeft beter beeld van winstgevendheid dan nettowinst, want hoogte van afschrijvingen beïnvloeden nettowinst (schrijft onderneming in een jaar veel af, dan is de winst lager). 

Slide 3 - Slide

Cashflow
   Resultaat voor belasting (uit gewone bedrijfsvoering)
– Vennootschapsbelasting
Afschrijvingen van dat jaar (want geen uitgave)
= Cashflow


Ofwel Nettowinst na belasting + afschrijvingen

Naarmate cashflow groter is, wordt liquiditeitspositie beter

ofwel nettowinst

Slide 4 - Slide

Bereken de cashflow over 2020

Slide 5 - Slide

Geef de berekende cashflow in

Slide 6 - Open question

cashflow = nettowinst + afschrijvingen = 160.000 + 20.000 + 40.000 = 220.000

Slide 7 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt solvabiliteit van een onderneming berekenen
  • Je kunt aan de hand van de kengetallen van twee opeenvolgende balansen en/of winst- en verliesrekeningen de ontwikkeling van de solvabiliteit berekenen. 

Slide 8 - Slide

Solvabiliteit
Geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is haar schulden te betalen op korte én lange termijn 
- going concern gedachte

Slide 9 - Slide

Solvabiliteit
  • Van belang voor verschaffers vreemd vermogen om risico in te schatten. 
  • Hoe hoger het deel  van het vermogen  van een  onderneming eigen vermogen is hoe kleiner het risico. 
  • Veelal van invloed op hoogte  rente financiering en  maximaal te verstrekken financiering. 

Slide 10 - Slide

Solvabiliteitskengetallen
Op het examen worden de formules gegeven wanneer je een berekening moet maken. Wordt alleen inzicht gevraagd dan wordt de formule niet gegeven. 

Slide 11 - Slide

Solvabiliteitskengetallen
timer
2:00

Slide 12 - Slide

Voer het door jou berekende solvabiliteitspercentage in

Slide 13 - Open question

Solvabiliteitskengetallen
800.000/400.000 x 100% = 200%

Slide 14 - Slide

Solvabiliteitskengetallen
Eis minimaal 100%, onderneming kan dan precies schulden uit EV terugbetalen. Doel in de praktijk veelal 100 - 130%

Slide 15 - Slide

Solvabiliteitskengetallen
timer
2:00

Slide 16 - Slide

Voer de door jou berekende debt ratio in

Slide 17 - Open question

Solvabiliteitskengetallen
400.000/1.200.000 x 100% = 33,33%
Vraag: wat zal de minimale eis zijn waaraan voldaan moet worden? (lees: de maximale debt ratio)

Slide 18 - Slide

Solvabiliteitskengetallen
Vraag: wat zal de minimale eis zijn waaraan voldaan moet worden? (lees: de maximale debt ratio)
Bij 50% is eigen vermogen precies gelijk aan vreemd vermogen

Slide 19 - Slide

Liquidatiewaarde
  • Wat wordt bedoeld met liquidatiewaarde? 
  • Hoe hoog zal de liquidatiewaarde liggen? 
  • Wat betekent dit voor het solvabiliteitspercentage?

Slide 20 - Slide

Liquidatiewaarde
  • liquidatiewaarde: waarde bij faillissement
  • Hoe hoog? beduidend lager
  • Wat betekent dit voor het solvabiliteitspercentage? lager
  • indien op basis van liquidatiebalans EV/VV x 100% hoger is dan 50% dan is de onderneming nog solvabel

Slide 21 - Slide

Vragen?
Vanmiddag 
  • laatste theorie: invloed van nieuw vermogen aantrekken op kengetallen 
  • oefenen
  • huiswerk was: maken 34.3 / 34.4 / 34.5/ 34.7/ 34.8 en 34.9 Neem je uitwerking mee naar fysieke les vanmiddag

Slide 22 - Slide