les 4 8.3

les 4 - 8.3
allerlei verbanden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

les 4 - 8.3
allerlei verbanden

Slide 1 - Slide

inhoud
  1. herhalen 8.2
  2. uitleg 8.3
  3. oefenen/quizvragen
  4. huiswerk
  5. ruimte voor vragen

Slide 2 - Slide

leerdoelen 8.2
  • Ik kan de groeifactor bepalen bij een procentuele toename of afname.
  • Ik kan de formule van exponentiele groei opstellen. 

Slide 3 - Slide

Procenten en groeifactoren
  • Als een hoeveelheid x met 18% toeneemt dan krijg je ...

  • 100%+18%=118%.
  • Dat komt overeen met een groeifactor van 1,18 (118/100).
  • Dus je krijgt  
1,18x

Slide 4 - Slide

Procenten en groeifactoren
Bij een procentuele toename van 
- 27% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 1,27 per jaar.
- 2,7% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 1,027 per jaar.

Slide 5 - Slide

Procenten en groeifactoren
Bij een procentuele afname van 
- 27% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 0,73 per jaar.
- 2,7% per jaar hoort een exponentiële groei met groeifactor 0,973 per jaar.

Slide 6 - Slide

Het aantal haaien daalt met 13 % per jaar,
de groeifactor is dan:
A
0,87
B
0,13
C
1,13
D
1,87

Slide 7 - Quiz

De rente op je spaargeld is 4,2%,
de groeifactor is dan:
A
1,42
B
4,2
C
1,042

Slide 8 - Quiz

leerdoelen 8.3
  • Ik kan de formule voor exponentiele groei aan de hand van een tabel opstellen.
  • Ik weet het verschil tussen lineaire en exponentiele groei. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Groeifactor berekenen
Als er exponentiële groei is kan je uit de tabel de groeifactor berekenen.  








jaren
kosten
20 000
15 000
11 250
8437,50
6328,13
0
1
2
3
4
groeifactor=oude.hoeveelheidnieuwe.hoeveelheid
groeifactor=2000015000=1500011250=112508437,50=8437,506328,13=0,75
let op
Als je weet dat er exponentiële groei is en je moet de groeifactor berekenen, hoef je de deling maar één keer uit te voeren,
Als je exponentiële groei moet bewijzen (laten zien) dan moeten alle delingen dezelfde uitkomst hebben. 

Slide 11 - Slide

Geeft deze tabel exponentiële groei weer?
A
ja, begingetal 5, groeifactor 10
B
Nee, de groeifactor is niet steeds zelfde
C
Ja, begingetal 5, groeifactor 3
D
Nee, tabel begint niet bij 0

Slide 12 - Quiz

Welke tabel hoort niet bij exponentiële groei?

Slide 13 - Open question

is hier sprake van
exponentiële groei?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Bij welke van de onderstaande tabel(len) hoort geen exponentiële groei?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Deze tabel hoort bij een exponentiele groei.
Welk getal moet onder de 0 staan?

Slide 16 - Open question

Deze tabel hoort bij een exponentiële groei.
Welk getal moet je invullen bij
x = 4 ?

Slide 17 - Open question

In de tabel is sprake van exponentiële groei.
Wat is de juiste formule?

Gebruik:
y=bgt
A
y=217t
B
y=172t

Slide 18 - Quiz

Onderzoek (dus leg uit) of bij deze tabel een exponentiele groei hoort.
Maak eventueel een foto van je uitleg.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Link

Lineaire  groei

Per tijdseenheid neemt de hoeveelheid met hetzelfde getal toe of af.


Exponentiële groei

Per tijdseenheid wordt de hoeveelheid met hetzelfde getal vermenigvuldigd.


N=bgt
N=at+b

Slide 21 - Slide

huiswerk
maak opdracht 27 tot en met 31 en 33, 34 en 35 van 8.3 en kijk dit na
maak een foto van de opdrachten en plaats deze bij opdrachten in teams

geen vragen? je mag de les verlaten
nog vragen of extra oefenen? blijf nog even in de les

Slide 22 - Slide