B1f vrijdag 12 maart

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

les b1f

12 maart

planning

1. herhaling deel grammatica periode 1

2. nakijken opdracht 15 t/m 17 (Classroom)

3. blz. 1 t/m 6 grammaticareader periode 3 lezen

4. instructie terug (deel in de klas)

Dinsdag: proefwerk + instructie bespreken + grammatica

Zinsdeelproef

- Onderstreep de persoonsvorm.

- Zet alle andere werkwoorden ook tussen strepen.

- Alles vóór de persoonsvorm is één zinsdeel.

- Hussel de woorden van de zin zonder dat de betekenis verandert. Zet steeds één of meer woorden voor de persoonsvorm. Elk stukje zin dat je voor de persoonsvorm kan zetten zonder dat de betekenis verandert, is een zinsdeel.

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
De mentor herkent de leerlingen van de brugklas meteen.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

De mentor herkent de leerlingen van de brugklas meteen.

De leerlingen van de brugklas herkent de mentor meteen.

Meteen herkent de mentor de leerlingen van de brugklas.

De juiste manier om deze zin in zinsdelen te verdelen is dus:

De mentor / herkent / de leerlingen van de brugklas / meteen.

4 zinsdelen

Welke vraag stel je om achter het onderwerp te komen?

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
De helft van b1f zit in lokaal 216.

1. zit
2. De helft
3. De helft van de klas
4. in lokaal 216

Wat is de persoonsvorm? De andere helft van de klas volgt de les vanuit huis.

1. De andere helft van de klas
2. volgt
3. de les
4. vanuit huis

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Mijn vader heeft de lekke band geplakt.

1. Mijn vader
2. heeft
3. heeft geplakt
4. de lekke band

Aan de slag

Nakijken opdr. 15 t/m 17 bij de leestekst (op de Classroom)

Doornemen blz. 1 t/m 6 grammaticareader periode 3

Huiswerk dinsdag

lezen blz. 1 t/m 6 grammaticareader periode 3