Week 11 M2 Deutschbuch A Kapitel 4 - esttenten en volt.dw
Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 42
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 1 - Slide
Bitte, leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!
Slide 2 - Slide
De leerdoelen:
aan het eind van dit lesuur:
ben ik in staat om het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden te vormen
Slide 3 - Slide
Waarom leer ik dit?
omdat je voltooid deelwoorden moet kunnen herkennen (lezen en luisteren)
omdat je in staat moet zijn om je in de voltooide tijd te kunnen uitdrukken (schrijven en spreken)
Slide 4 - Slide
Maar eerst.....
LOGO
Slide 5 - Slide
www.zdf.de
Slide 6 - Link
Wiederholung
ESSTENTEN-regel
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
vervoegen
Wat heb je nodig om een werkwoordsvorm te maken??
Slide 9 - Slide
Om een werkwoordsvorm te maken heb je nodig:
o een (persoonlijk) voornaamwoord
o de stam van het werkwoord
o de juiste uitgang van het werkwoord
Slide 10 - Slide
de stam van het werkwoord
Bijna alle ww in het Duits
eindigen op -en.
Als je -en eraf haalt
hou jij de stam over:
b.v. wohnen, stam is dan wohn-
machen, stam is dan mach-
Slide 11 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord:
vervangt een persoon/personen/dieren of voorwerpen:
Jan eet een appel hij eet een appel Marieke gaat naar school zij gaat naar school Mijn ouders werken in een fabriek zij werken in een fabriek Het paard staat in de wei hij staat in de wei de banaan ligt op de fruitschaal hij ligt op de fruitschaal
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
de juiste uitgang van het werkwoord
achter de stam van een werkwoord in de tegenwoordige tijd plak je altijd dezelfde letters:
ich wohn - e
du wohn - st
er/sie/es wohn - t
wir wohn - en
ihr wohn - t
sie/Sie wohn - en
Slide 15 - Slide
Even oefenen...
samen het rijmpje van de Esttenten-regel opzeggen!
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Het voltooid deelwoord
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
bijv. Ik ben gisteren naar het strand geweest.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door:
GE + STAM + T
Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört.
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt.
Slide 20 - Slide
Basisregel voor het voltooid deelwoord met stam op -d of -t
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door:
GE + STAM + ET
Bijvoorbeeld:
reden - Wir haben gestern schon mit einander geredet.
antworten- Ich habe noch nicht geantwortet.
Slide 21 - Slide
Uitzondering
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door:
STAM + T
Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?
Slide 22 - Slide
Uitzondering
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met ge-, be- of ver- wordt gevormd door:
STAM + T
Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.
Slide 23 - Slide
Hulpwerkwoorden
Om een hele voltooide tijd te maken heb je altijd een hulpwerkwoord nodig! namelijk: haben of sein
Bijvoorbeeld:
Ich habe gestern gearbeitet.
Hast du auch ein neues Kleid gekauft?
Wir sind gestern in Berlin gewesen.
Slide 24 - Slide
en nu....
OEFENEN: PAK JE TELEFOON MAAR!
Slide 25 - Slide
Voltooid deelwoord? Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)
Slide 26 - Open question
Voltooid deelwoord? Du hast zwei Jahre Deutsch_____(studieren)?
Slide 27 - Open question
Voltooid deelwoord? Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).
Slide 28 - Open question
Voltooid deelwoord? Wir haben lange auf ihn __(warten)?
Slide 29 - Open question
Voltooid deelwoord? Ich habe gestern meine Großmutter ______(besuchen)
Slide 30 - Open question
Voltooid deelwoord? Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)
Slide 31 - Open question
Voltooid deelwoord? Hast du dich schon____(melden)
Slide 32 - Open question
Voltooid deelwoord? Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)
Slide 33 - Open question
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 34 - Quiz
An die Arbeit...!
Wat: Mache Kapitel 4: Aufgaben 10 und 11 (Seiten 42 und 43) Hoe: selbstständig und IM STILLEN! Hulp: Seiten 48 und 49 Tijd: 8 Minuten Uitkomst: Aufgaben 10 und 11 kontrolieren wir in 8 Minuten Klaar?: geh weiter mit Aufgaben 12 und 13
Slide 35 - Slide
Heb ik het leerdoel behaald?
ben ik in staat om het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden te vormen?
Slide 36 - Slide
Danke für eure Aufmerksamkeit.
Bis nächstes Mal!
Slide 37 - Slide
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 38 - Slide
Bitte, leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!
Slide 39 - Slide
Planung Stunde 2
Hausaufgaben besprechen
Oefenen met Oscarromerotalen of Arbeiten an dem Medienformular of Lernen für den Handlungsauftrag of Den Handlungsauftrag machen