H5 paragraaf 3

5.3 Europa: klimaten en begroeiing
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.3 Europa: klimaten en begroeiing

Slide 1 - Slide

Vandaag
1. Ga naar www.learnbeat.nl en log in met je SOMtoday account. 
2. Lees de tekst van paragraaf 3.4 Europa: Klimaten en begroeiing
3. Bekijk daarna deze Lessonup voor extra ondersteunende uitleg
4. Maak op Learnbeat de B opdrachten.      En in werkboek B hoofdstuk 5.3 de inkleuropdrachten 
5. Klaar? Kijk je opdrachten na op Learnbeat. 


Vragen? Stuur een bericht naar je docent op SOMtoday! 

Slide 2 - Slide

§5.3 Europa: klimaten en begroeiing

Slide 3 - Slide

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Toendraklimaat
B
Zeeklimaat
C
Hooggebergte
D
Landklimaat

Slide 4 - Quiz

Zeeklimaat
- Het zeeklimaat komt in een groot deel van Europa voor.    Kenmerken:
het hele jaar door neerslag en gematigde temperatuur. In de winter komt de gemiddelde temperatuur niet onder -3°C.

Slide 5 - Slide

Middellandse Zeeklimaat
- Het Middellandse Zeeklimaat, in het zuiden van Europa, is gemiddeld iets warmer en in de zomer veel droger.
- Gebieden waar bijna geen neerslag valt kennen droge klimaten.

Slide 6 - Slide

Wat geeft de rode lijn aan in een klimaatgrafiek?
A
De hoeveelheid neerslag in mm.
B
Het aantal graden Celsius.
C
De hoeveelheid neerlag in liter.
D
Het aantal graden in mm.

Slide 7 - Quiz

Landklimaat
- Ver van de kust neemt de invloed van de zee af. De gemiddelde zomertemperatuur gaat omhoog en de gemiddelde wintertemperatuur gaat naar beneden. Zonder aanlandige wind warmt het land sterk op in de zomer en koelt het snel af in de winter. 
- De gemiddelde wintertemperatuur van het landklimaat ligt tussen -3 ºC en -10 ºC.
-De overgang van het zeeklimaat naar het landklimaat gaat geleidelijk.

Slide 8 - Slide

Toendra klimaat
- Gebieden op hoge breedte, waar de gemiddelde temperatuur altijd onder -10°C is, hebben een toendraklimaat. Die zomertemperatuur is de boomgrens en de grens tussen het landklimaat en het toendraklimaat. 
- In deze landschapszone in de poolstreken groeien mossen, grassen en lage struiken.
- Het kan nog kouder: in het sneeuwklimaat zijn de gemiddelde maandtemperaturen altijd onder nul. Er groeit niets.

Slide 9 - Slide

Hierna volgt een filmpje met de herhaling van de klimaten die we in hoofdstuk 2 hebben besproken! 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoogtegordels
- Boven op de berg ligt eeuwige sneeuw.
- Hieronder vind je de rotsgordel.
- Daaronder ligt de Alpenweide.
- Bijna beneden zijn de naaldbomen te vinden.
- Helemaal onderaan zijn de loofbomen te vinden.

Slide 12 - Slide

eeuwige sneeuw
loofbomen
Alpenweide
naaldbomen
rotsgordel

Slide 13 - Drag question

Wat is de derde hoogtegordel?
A
Loofbomen
B
Rotsgordel
C
Alpenweide
D
Naaldbomen

Slide 14 - Quiz

Wat is de bovenste hoogtegordel?
A
Naaldbomen
B
Eeuwige sneeuw
C
Loofbomen
D
Alpenweide

Slide 15 - Quiz

Welk kenmerk van het zeeklimaat is juist?
A
In de zomer komt de gemiddelde temperatuur niet onder -3°C.
B
In de lente komt de gemiddelde temperatuur niet onder -3°C.
C
In de winter komt de gemiddelde temperatuur niet onder -3°C.
D
In de herfst komt de gemiddelde temperatuur niet onder -3°C.

Slide 16 - Quiz

Wat betekenen de blauwe balkjes in een klimaatgrafiek?
A
De neerslag in mm.
B
De neerslag in liters.
C
De temperatuur in graden Celsius.
D
De temperatuur in meters.

Slide 17 - Quiz

Wat is de begroeiing in het toendraklimaat?
A
Loofbomen
B
Er groeit helemaal niks.
C
Naaldbomen
D
Lage struikjes, mossen en grassen.

Slide 18 - Quiz

Hoeveel graden Celsius daalt de temperatuur per 100 m?
A
0,6°C.
B
6°C
C
1°C
D
3°C

Slide 19 - Quiz

Vanaf waar neemt de golfstroom warm water mee naar Europa?
A
Afrika
B
Canada
C
China
D
De golf van Mexico

Slide 20 - Quiz

Op welke breedte ligt Nederland?
A
Hoge breedte
B
Gematigde breedte
C
Lage breedte
D
Zuiderbreedte

Slide 21 - Quiz

Wat groeit er in een gemengd woud?
A
Naaldbomen en loofbomen
B
Struiken
C
Mossen en grassen
D
Er groeit niets in een gemengd woud

Slide 22 - Quiz

Afronden
4. Maak op Learnbeat de B opdrachten van paragraaf 3.4.      En in werkboek B hoofdstuk 5.3 de inkleuropdrachten 
5. Klaar? Kijk je opdrachten na op Learnbeat. 


Vragen? Stuur een bericht naar je docent op SOMtoday! 

Slide 23 - Slide