Les 14

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lesprogramma

- 10 minuten lezen in je leesboek

-  huiswerk bespreken

- uitleg verwijswoorden, contaminatie en dat/als-constructie

- zelfstandig aan de slag

10 minuten lezen

Huiswerk bespreken

opdr. 11 blz. 138 en opdr. 28 blz. 154

Verwijswoorden

Kies het juiste verwijswoord:

mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.

het-woorden (onzijdig)	het, zijn	dat, dit
de-woorden (mannelijk)	hij, hem, zijn	die, deze
de-woorden (vrouwelijk)	zij/ze, haar	die, deze
meervoud	zij/ze, hen, hun	die, deze

DEZE, DIE, DIT, DAT

Dit zijn voorbeelden van verwijswoorden.

dezE en diE gebruik je bij dE-woorden

diT en daT gebruik je bij heT-woorden

Maar ook woorden als hier, deze, ze, hij, hem, haar en hun kunnen verwijswoorden zijn.

tip!

Grote (overheidsorganisaties) zijn vaak vrouwelijke woorden. Ze hebben dan ook het lidwoord 'de'.

de politie die ...

de overheid en haar beslissingen ...

de rechtbank en haar vonnis ...

Contaminatie

Een contaminatie is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen. Deze worden dan door elkaar gebruikt, waardoor dus een contaminatie ontstaat. 

bijv. 

Je moet dat overnieuw doen! (overnieuw is de contaminatie)

Je moet dat opnieuw doen.

Je moet dat over doen.

Contaminatie

Contaminatie

Dat/als-constructie 

Dat/als-constructie= als je een bijzin van voorwaarde of tijd midden in een zin plaatst, ontstaat er een dat/als-constructie. Dit is fout. 

Verbeteren= je verbetert de dat/als-constructie door de bijzin die met als begint, achteraan de zin te plaatsen. 

Dat/als-constructie

Hoe verbeter je een dat/als-constructie?

• Je kijkt waar de constructie begint. Dat is makkelijk te herkennen aan de combinatie (om/zo)dat als, (om/zo)dat wanneer of (om/zo)dat indien.
• Je verplaatst het eerste deel van de constructie (vanaf als, wanneer of indien) naar het einde van de zin.
  

Hoe kun je deze dat/als-constructie verbeteren?

Vragen?

Laatste huiswerkopdrachten van Taalverzorging

- Maak opdr. 24, 25, 30 en 32 op blz. 148 - 156.

Klaar? 

Maak van Taalverzorging 2 - Spelling - opdr. 13b, 15, 18, 19 en 22. Je mag zelf kiezen of je deze in je werkboek maakt of in je online methode. Zorg ervoor dat je dit voor de vakantie hebt gedaan. De antwoorden vind je in Teams.