This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Spelling
Slide 1 - Slide
Volgende week: test N2 & 3
Niveau 2: Mail je persoonlijke taak voor 18 juni.
Niveau 3: Oefen met je verdiepingstaak.
Niveau 3 al gehaald?
Je hoeft geen test meer te maken. Je werkt tijdens de les op 18 juni zelfstandig aan Spelling Les 1 t/m 4 in Plot.
Slide 2 - Slide
Hoe ver ben je met de voorbereiding van de spellingtest van volgende week?
A
Ik loop achter/ weet niet wat de bedoeling is.
B
Ik lever mijn taak deze week in.
C
Ik heb mijn taak ingeleverd.
D
Niet van toepassing, ik heb niveau 3 al gedaan.
Slide 3 - Quiz
Heb je nog een vraag voor de test? Stel hem hier.
Slide 4 - Open question
Andere spellingskwesties
Slide 5 - Slide
Verrassing of verassing?
(Is het spelfouten of spellingsfouten?)
Veelgemaakte spellingsfouten (Of is het spelfouten?)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
https:
Slide 8 - Link
Dictee - 5 woorden Luister goed
Slide 9 - Open question
Klinkerbotsing of dubbelklank?
Dubbelklanken bestaan uit twee letters die samen een nieuwe klank vormen. Bijvoorbeeld: deur
Klinkerbotsing betekent dat er twee klinkers naast elkaar staan die je als één klank kunt lezen, terwijl ze bij verschillende lettergrepen horen. Bijvoorbeeld: reünie
Slide 10 - Slide
Antwoorden
reünie - klinkerbotsing
officiële - klinkerbotsing
officieel - geen uitspraakproblemen
cocaïne - klinkerbotsing
chaos - geen uitspraakproblemen
Slide 11 - Slide
Dictee - 5 woorden Luister goed
Slide 12 - Open question
Klemtoon
Ligt de klemtoon op de laatste lettergreep?
Dan schrijf je + en: fantasie + en = fantasieën
Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep?
Dan schrijf je + n: bacterie + n = bacteriën
In beide gevallen krijgt de laatste e in het woord een trema: ë.