SE Spel: Bij elk onderdeel zijn er punten te verdienen met vragen goed beantwoorden.
Beantwoorden vragen 20 minuten
Flitskaarten 20 minuten
Oefenen met SE vragen 20 minuten
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
This lesson contains 38 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Planning vandaag
SE Spel: Bij elk onderdeel zijn er punten te verdienen met vragen goed beantwoorden.
Beantwoorden vragen 20 minuten
Flitskaarten 20 minuten
Oefenen met SE vragen 20 minuten
Slide 1 - Slide
Beantwoorden vragen
Jullie zitten in groepen. Jullie kunnen punten verdienen door antwoord te geven op de vraag van iemand anders.
De teams stellen om de beurt een vraag, de tegenstanders krijgen eerst de kans om de vraag te beantwoorden. Daarna het eigen team.
Goed is +2, Fout = -1
Je groep kan een vraag overnemen bij een fout antwoord. Overleggen mag.
Goed is plus 1, Fout is -1.
Slide 2 - Slide
Flitskaarten
Ik laat een flitskaart zien, de eerst die denkt dat die hem weet roept.
Goed is +2, Fout = -1
Je groep kan een vraag overnemen bij een fout antwoord. Overleggen mag.
Goed is plus 1, Fout is -1.
Slide 3 - Slide
Flitskaart
Organismen zijn van elkaar afhankelijk. Een reeks soorten waarbij elke soort gegeten word door de volgende soort is een
Slide 4 - Slide
Flitskaart
voedselketen
Slide 5 - Slide
Flitskaart
In een ............... lopen meerdere voedselketens door elkaar
Slide 6 - Slide
Flitskaart
voedselweb
Slide 7 - Slide
Flitskaart
De eerste schakel in een voedselketen is daarom altijd een plant; alleen zij kunnen hun eigen voeding maken; het zijn.............
Slide 8 - Slide
Flitskaart
producenten
Slide 9 - Slide
Flitskaart
Wie ziet een consument van de 3e orde?
Slide 10 - Slide
Flitskaart
Biomassa
Slide 11 - Slide
Flitskaart
is het gewicht van de organische stoffen.
Slide 12 - Slide
Flitskaart
Die ene boom onder in het plaatje
voed een heleboel dieren. Dit moet
dus wel een piramide van ........... zijn.
Slide 13 - Slide
Flitskaart
biomassa
Slide 14 - Slide
Flitskaart
Organische stoffen als glucose of eiwitten zijn te groot om in één keer op te nemen. Wat moet er eerst gebeuren?
Tijdens de verbranding in ...........worden ze afgebroken tot kleinere anorganische stoffen:
Co2
Water
Mineralen
Slide 15 - Slide
Flitskaart
reducenten
Slide 16 - Slide
Flitskaart
biotische factoren
Slide 17 - Slide
Flitskaart
dit zijn invloeden uit de levende natuur.
Eten
Ziekteverwekkers
Vijanden
Slide 18 - Slide
Flitskaart
............... komen uit de niet levende natuur.
Temperatuur
Wind
Regenval
Slide 19 - Slide
Flitskaart
Abiotische factoren
Slide 20 - Slide
Flitskaart
Mensen selecteren planten die de beste eigenschappen hebben, zoals grote mais korrels of veel voedingswaarde, ze kunnen deze planten ook kruisen ( elkaar laten bestuiven) om nog betere planten te krijgen. Dit noem je.....
Slide 21 - Slide
Flitskaart
veredeling
Slide 22 - Slide
Flitskaart
genetische modificatie
Slide 23 - Slide
Flitskaart
Door genetische modificatie kunnen we het DNA van organismen veranderen zodat ze nieuwe eigenschappen hebben. Bijvoorbeeld een gen toevoegen zodat dit organisme bestand is tegen een ziekte. Dit nieuwe organisme is een gm-organisme of transgeen organisme.
Slide 24 - Slide
Flitskaart
Nu verbouwen boeren vaak maar één gewas, dit noem je een ...........
Slide 25 - Slide
Flitskaart
monocultuur
Slide 26 - Slide
Flitskaart
Bestrijdingsmiddelen komen in organismen terecht. Bij elke stap in een voedselketen wordt dit meer. Dit noem je
Slide 27 - Slide
Flitskaart
intensieve veehouderij
Slide 28 - Slide
Flitskaart
Bij intensieve veehouderij staan er heel veel dieren op een klein stukje grond.
Slide 29 - Slide
Flitskaart
Aardgas, kolen en olie zijn eigenlijk organische materiaal van miljoenen jaren geleden, we noemen ze ook wel .............. brandstoffen
Slide 30 - Slide
Flitskaart
fossiele brandstoffen
Slide 31 - Slide
Flitskaart
Wanneer energie is opgewekt op een duurzame manier noem je dit
Slide 32 - Slide
Flitskaart
groene energie
Slide 33 - Slide
Flitskaart
De dampkring of atmosfeer die rond de aarde hangt
is een laag van gassen; stikstof, zuurstof en CO2.
Door broeikasgassen houd deze laag
steeds meer warmte vast en wordt
de aarde dus ook warmer:............
Slide 34 - Slide
Flitskaart
het broeikaseffect
Slide 35 - Slide
Oefenen SE vragen
Elke vraag is de punten waard die er bij staan. Je hebt 10 minuten dan kijken we de vragen na. Werk samen! Verzin een plan!
Slide 36 - Slide
Optellen Scores
En de winnaar is.......
Hulp nodig? Deze donderdag na 13uur of volgende week donderdag voor 12:30uur