les 5 - 23/27 - 05

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

BIENVENIDOS

Hoy es el veinticuatro de mayo

Planificación

Tarea 3

* explicación

* ejercicios

* nakijken

vul GPL-Tool in

¿Qué aprendiste hoy?

10 min

15 min

5 min

5 min

5 min

Tarea 3

- gewoonten, personen en objecten in het verleden beschrijven met de pretérito imperfecto

- ken ik de signaalwoorden die horen bij de pretérito imperfecto

- ken ik de regelmatige en de onregelmatige vormen van de pretérito imperfecto

El pretérito imperfecto

Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden, waarvan niet belangrijk is wanneer dit plaatsvond

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal.  

Verschillen in de verleden tijd

Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido of de perfecto, en voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto

Vb. 

- Era un día soleado, estaba sentado en el jardín  cuando sóno el móvil

El pretérito imperfecto: verbos regulares

-AR

- aba

- abas

- aba

- ábamos

- abais

- aban

-ER / -IR

- ía

- ías

- ía

- íamos

- íais

- ían

El pretérito imperfecto: verbos irregulares

SOLO HAY TRES !!
:

SER

- era

- eras

- era

- éramos

- erais

- eran

IR

- iba

- ibas

- iba

- íbamos

- ibais

- iban

VER

- veía

- veías

- veía

- veíamos

- veíais

- veían

Doorlezen

Signaalwoorden pretérito imperfecto

página 27

él ( andar).........todas las mañanas una hora.

1. andaba
2. anduve
3. andó
4. andaría

Andrés y Juan( visitar)................el museo.

1. visitaron
2. visitaban
3. visitas
4. visitaba

Usted (aprender)........alemán en el colegio.

1. aprendaba
2. aprendería
3. aprendas
4. aprendía

yo (ser)...........muy guapo de joven.

1. eran
2. soy
3. era
4. fui

Vertaal deze zin met behulp van de imperfecto.
Vroeger danste ik met mijn moeder.

Vertaal onderstaande zin.
Elke zaterdag ging ik naar de bioscoop

El pretérito imperfecto

Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden, waarvan niet belangrijk is wanneer dit plaatsvond

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal.  

Haz los ejercicios

Página 29 y 30 Moduleboekje

Después los corregimos

Los deberes

LA

pág 103 ejercicio 4

pág 110 ejercicio 3

¿Qué aprendiste hoy?
Wat heb je vandaag geleerd?

Hasta la próxima vez