Je krijgt 3 onderwerpen/situaties waaruit je mag kiezen.
Over 1 van de onderwerpen schrijf je een betoog.
Het betoog schrijf je in de les op de computer.
Je betoog bestaat uit 5 alinea’s: inleiding (1), kern (3), slot (1).
Iedere alinea heeft minimaal 5 regels. Het slot mag wat korter zijn (3 regels).