In de les heb ik na het tonen van de minilessen een groepsgesprek met de klas gevoerd, enigszins vergelijkbaar met een klassengesprek. In een klassengesprek zijn voornamelijk studenten aan het woord en delen ze persoonlijke ideeën of ervaringen met de gehele groep. De docent monitort het verloop van dit gesprek en staat hierbij wat meer op de achtergrond (Winkels & Hoogeveen, 2018). De studenten mochten in mijn les ook hun indrukken over de getoonde video en feedback voor de gefilmde student met de gehele groep delen, maar tijdens dit moment was ik zelf relatief veel aan het woord. Mijn collega beschrijft dit ook in haar feedback op mijn les. Dit zou dus wellicht ten koste kunnen gaan van de betrokkenheid en input van de studenten. Ondanks dat deze werkvorm niet direct bijdraagt aan het behalen van een lesdoel, vind ik het wel belangrijk dat alle studenten de kans krijgen om hun ideeën te delen.
Om de studenten zelf meer ruimte te geven kan ik er in het vervolg ook voor kiezen om gebruik te maken van een werkvorm die lijkt op de viskommethode. Hierbij bespreken de studenten de getoonde video eerst in kleine groepjes van maximaal 5 studenten, waarna een vertegenwoordiger van het groepje de uitkomsten met de klas deelt. Een sterke kant van deze methode is dat studenten samen een besluit moeten nemen om tot effectieve meningsvorming te komen (Winkels & Hoogeveen, 2018). Ook is het waarschijnlijk dat ik als docent minder de kans krijg om tussen die gesprekken te komen.