Herhaling H1+2

Herhaling H1+2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling H1+2

Slide 1 - Slide

Primaire behoeften
secundaire behoefte

Slide 2 - Drag question

Wat betekent schaars?
A
Goederen waar middelen nodig voor zijn om te maken
B
Goederen waar geen middelen nodig voor zijn om te maken

Slide 3 - Quiz

Wat betekent welvaart?

Slide 4 - Open question

Welvaart betekent:
A
De mate waarin een persoon niet in zijn behoeften kan voorzien
B
De mate waarin een dier in zijn behoeften kan voorzien
C
De mate waarin een persoon in zijn behoeften kan voorzien
D
De mate waarin een dier niet in zijn behoeften kan voorzien

Slide 5 - Quiz

13% is 540, hoeveel is 100%?

Slide 6 - Open question

Hoeveel % is € 20 van € 164?

Slide 7 - Open question

dagelijkse uitgaven

Vaste lasten
Incidentele uitgaven

Slide 8 - Drag question

Plaats
Personeel
Product
Presentatie
Promotie
Prijs
Alle activiteiten om de verkoop te bevorderen
Inrichten en aankleding van de winkel
Het marketinginstrument dat de winkel een gezicht geeft
Heel flexibel, je kan het makkelijk aanpassen
Het hele assortiment en het daarbij horende assortimentsbeslissingen
Het minst flexibele marketinginstrument van de marketingmix

Slide 9 - Drag question

Luuk verdient € 30 per week.
Dylan verdient € 125 per maand.
Wie verdient het meest?

Slide 10 - Open question

Welke 2 factoren zijn van invloed op de koopkracht?

Slide 11 - Open question

Je wilt een nieuwe scooter kopen voor € 1500 over precies een jaar. Je krijgt van je ouders € 200, hoeveel moet je per maand reserveren / sparen?
A
105,33
B
108,33
C
111,33
D
114,33

Slide 12 - Quiz

Een auto is afgeprijsd van € 15.000 naar € 11.500, hoeveel % is de prijs gedaald?

Slide 13 - Open question

Pieter verkoopt in totaal 1500 ijsjes, waarvan 680 in de smaak aardbei. Hoeveel % is dit?

Slide 14 - Open question