Oefentoets begrippen - hoofdstuk 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Oefentoets Hoofdstuk 1

'Reformatie en Opstand'

Ken jij de begrippen van 1.1 t/m 1.4?

Brief van de kerk waarin staat dat je (eerder) in de hemel zult komen.

De vernieling en plundering van katholieke kerken en kloosters in de Nederlanden in 1566.

Volgeling van de hervormer Calvijn.

Protestant die het vak godsdienst heeft gestudeerd en in een kerk de dienst leidt (ook wel: predikant).

Een soort provincie in de Nederlanden, met eigen wetten, munten en bestuurders.

De reactie van de katholieke kerk op de Reformatie, waarbij zij een aantal aanpassingen doorvoerde om het vertrouwen in de kerk te herstellen.

Het bestuur van een gewest. Hierin zaten hoge edelen en afgevaardigden van de steden en het platteland.

Bijeenkomst van protestanten in de openlucht.

Iemand die kritiek heeft op de kerk en deze wil veranderen (hervormen).

Het ontstaan van nieuwe, protestantse kerken naast de katholieke kerk, als gevolg van de kritiek van hervormers. Ook: Reformatie.

Soldaat die puur voor het geld vecht (in een huurleger).

Kerkelijke rechtbank die zich bezighoudt met de opsporing en berechting van ketters.

Iemand die belangrijke delen van de officiële leer (regels) van de katholieke kerk afwijst.

Persoon die uit naam van de Spaanse koning de Nederlanden bestuurt.

Volgeling van de hervormer Luther.

Oude naam van het gebied dat ongeveer het huidige Nederland, België en Luxemburg omvat.

Het verzet van de Nederlandse gewesten tegen de Spaanse koning tussen 1568 en 1648.

Iemand die het niet eens is met de leer van de katholieke kerk en die heeft gekozen voor de leer van een hervormer.

Hervorming

Sinds 1588 de naam van de zeven Nederlandse gewesten die zich van Spanje hadden losgemaakt en geen koning meer hadden.

Christen die gehoorzaamt aan de paus in Rome en de leer van de kerk in Rome aanvaardt. Vaak kortweg ‘katholiek’.

Plaatsvervanger van de koning in een gewest.

Aanvoerder van het leger en de vloot van de Republiek, in dienst van de Gewestelijke Staten.

De vergadering van afgevaardigden van de zeven gewesten van de Republiek. Samen beslisten deze afgevaardigden over de buitenlandse politiek en de verdediging van het land.

Het verbond uit 1579 waarin opstandige gewesten en steden afspraken nauwer samen te gaan werken in hun strijd tegen Filips II.

Vrede uit 1648 die een eind maakte aan de Opstand.
Spanje erkende de Noordelijke Nederlanden als zelfstandige staat en behield de Zuidelijke Nederlanden.

Protestantse vluchteling die als een soort piraat tegen de Spanjaarden streed.

Wat is de juiste volgorde? Sleep van vroeg naar laat!

1

2

3

4

5

6

7

Vrede van Münster

Beeldenstorm

Nederlanden maken zich los van de koning van Spanje

Hervorming begint

Opstand begint

 Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

De paus richt de inquisitie op