les 12 thema 2 (ma 27 mrt) laatste les voor de toets

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Voorbereiden op de toets.

Eerst wat (25) vragen in de lessonup en dan de afsluiting maken.
Kijk zelf even hoeveel vragen je goed hebt...

Slide 2 - Slide

Voedingsmiddelen zijn...
A
eten
B
drinken
C
het dagelijkse patroon van eten en drinken
D
alles wat je eet en drinkt

Slide 3 - Quiz

Voedingsstoffen zijn ..
A
water, vitaminen en mineralen
B
eiwitten, vetten en koolhydraten
C
belangrijke stoffen uit voedingsmiddelen die je lichaam nodig heeft
D
eten en drinken

Slide 4 - Quiz

Geef de naam van onderdeel C
A
de lever
B
de dunne darm
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 5 - Quiz

Een taak van maag is ....
A
zetmeelvertering
B
vetvertering
C
eiwitvertering
D
vitaminevertering

Slide 6 - Quiz

Geef de naam van onderdeel J
A
de lever
B
de galblaas
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 7 - Quiz

Welke vorm van vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten

Slide 8 - Drag question

Welke taak hoort bij welk orgaan? Maak de juiste combinatie
eiwitvertering
koolhydraat-
vertering
galproductie
opname voedingsstoffen

Slide 9 - Drag question

Je ziet hier een afbeelding van een kies. Wat is de naam van nummer 4?
A
kroon
B
wortel
C
tandbeen
D
glazuur

Slide 10 - Quiz

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Aardappels horen in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 11 - Quiz

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Smeerkaas hoort in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 12 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 06 is ...
A
dunne darm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
dikke darm

Slide 13 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 11 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 14 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 03 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 15 - Quiz

Eiwitten zijn in het lichaam het meest nodig als ..
A
brandstof
B
bouwstof
C
energie
D
reservestof

Slide 16 - Quiz

Vetten zijn in het lichaam het meest nodig als ..
A
brandstof
B
bouwstof
C
energie
D
reservestof

Slide 17 - Quiz

Een melkgebit bevat ... gebitselementen.
A
20
B
24
C
28
D
32

Slide 18 - Quiz

Een melkgebit bevat ... melkkiezen.
A
6
B
12
C
18
D
24

Slide 19 - Quiz

De lever maakt gal. Gal is belangrijk voor ..
A
eiwitvertering
B
vetvertering
C
koolhydraatvertering
D
vitaminevertering

Slide 20 - Quiz

Als de alvleesklier zijn werk niet goed doet ontstaan er problemen in de spijsvertering. Welke?
A
voeding wordt niet ontzuurd en verteerd
B
vetten worden niet verteerd
C
koolhydraten worden niet veteerd
D
eiwitten worden niet verteerd

Slide 21 - Quiz

Speeksel in de mond is belangrijk. Het zorgt er voor dat ...
A
eiwitten verteerd worden
B
koolhydraten verteerd worden
C
vetten verteerd worden
D
vitaminen verteerd worden

Slide 22 - Quiz

Maagzuur is belangrijk om...
A
bacteriën te doden
B
vetten te verteren
C
koolhydraten te verteren
D
mineralen op te nemen

Slide 23 - Quiz

Ons voedsel bestaat uit vele soorten voedingsmiddelen. Sla en fruit zijn...
A
plantaardig
B
dierlijk
C
planterig
D
dieraardig

Slide 24 - Quiz

Ons voedsel bestaat uit vele soorten voedingsmiddelen. Vlees en kaas zijn...
A
plantaardig
B
dierlijk
C
planterig
D
dieraardig

Slide 25 - Quiz

De eetstoornis waarbij iemand helemaal stopt met eten, heet:
A
Nervosa
B
Anorexia
C
Boulimia
D
B.E.D.

Slide 26 - Quiz

Vraag 25, de laatste vraag:
Wat is een indicator?
A
Het omzetten van de ene stof in de andere stof
B
Een stof die een andere stof laat zien (aantoont)
C
Gezond voor je lichaam

Slide 27 - Quiz

Voorbereiden op de toets.
-Maak de afsluiting (en alles wat nog niet af is maar wel af had moeten zijn)
-Ga de leerdoelen die je fout had in de afsluiting oefenen met bijvoorbeeld biologiepagina.nl of bekijk de filmpjes en de linkjes in de lessonup's

Slide 28 - Slide

Afsluiting.
Volgende les de toets (op de laptop in quayn).

Denk om de 0,5 punt; woensdag om 20 uur alles af (en serieus gemaakt en nagekeken).




Slide 29 - Slide

Pak nu je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 31 - Slide